caparol_pim_import/caparol_nl/products/image/259406/069368_Cap-elast_Phase_2_NL.png

Cap-elast Phase 2

Plasto-elastische coatingsystemen van topkwaliteit voor renovatie van gescheurde gevels en betonnen oppervlakken.
  • Toepassing

    Zowel voor weerbestendige, scheuroverbruggende afwerkingen op gescheurd pleisterwerk en betonvlakken als voor bescherming tegen milieu-invloeden en agressieve dampen.

    • Cap-elast Phase 1: met vezels versterkte, elastische en gepigmenteerde tussenlaag. Ook geschikt om weefsel in te bedden
    • Cap-elast Phase 2: zijdematte, plasto-elastische, witte afwerklaag
    • Cap-elast Riss-Spachtel: plasto-elastische reparatieplamuur om scheuren in pleisterlagen en metselwerk op te vullen
    • Cap-elast Faserpaste: met vezels versterkte, plasto-elastische plamuur om ondergronden te egaliseren om daarna af te werken met Cap-elast product

    Eigenschappen

    • met water te verdunnen en reukarm
    • bestand tegen weersinvloeden
    • CO2-werend - µd > 50 m
    • plasto-elastisch, scheuroverbruggend
    • zeer goed dekkend
    • egaliserend
    • alkalivast, verzeept niet

    Materiaalbasis

    Kunststofdispersie volgens DIN 55945

    Verpakking

    • Standaard:
      Cap-elast Phase 1: 12½ l
      Cap-elast Phase 2: 12½ l
      Cap-elast Riss-Spachtel: 1 kg, 1½ kg, 10 kg
      Cap-elast Faserpaste: 5 kg
    • ColorExpress: Cap-elast Phase 2: 12½ l

    Kleur

    • Cap-elast Phase 1: Wit
    • Op kleur te brengen met maximaal 10 % AmphiColor mengkleuren of CaparolColor-mengkleuren. Voor het verkrijgen van optisch gelijkmatige oppervlakken moet Cap-elast Phase 1 ongeveer de kleur van de afwerking hebben. Met ColorExpress in vele kleuren tot een reflectiewaarde 70 op kleur te brengen.
    • Cap-elast Phase 2: Wit
      Op kleur te brengen met maximaal 10 % AmphiColor mengkleuren of CaparolColor-mengkleuren en volgens het ColorExpress-systeem naar kleuren uit de 3D- en vele andere kleurenwaaiers. Om eventuele fouten in kleur te ondervangen het op kleur gemaakte materiaal voor verwerking testen. Op grote oppervlakken steeds materiaal verwerken met hetzelfde chargenummer. Heldere en intensieve kleuren zoals geel, oranje, rood etc. hebben een matige dekking. Het aanbrengen van een grondlaag in ongeveer de eindkleur vanuit basis wit is aan te bevelen. Een tweede afwerklaag kan noodzakelijk zijn.
    • Cap-elast Faserpaste: Wit

    Kleurstabiel volgens BFS nr. 26

    Cap-elast Phase 2:
    Klasse: A  
    Groep: 1–3, afhankelijk van de kleur.

    De kleur voor gebruik controleren. Kleurklachten na verwerking worden niet in behandeling genomen.
    Op grote oppervlakken steeds materiaal verwerken met hetzelfde chargenummer.
    Heldere en intensieve kleuren zoals geel, oranje, rood etc. hebben een matige dekking. Het aanbrengen van een grondlaag in ongeveer de eindkleur vanuit basis wit is aan te bevelen.
    Een tweede afwerklaag kan noodzakelijk zijn.

    Glansgraad

    Cap-elast Phase 2
    Reflectiewaarde:
    Klasse G(gemiddelde glans) volgens DIN EN 1062-1
    Meethoek 60°, vereist ≤ 60
    Meethoek 85°, vereist > 10

    Opslag

    Koel en vorstvrij opslaan. Grote wisselingen van temparaturen moeten voorkomen worden. Aangebroken verpakking goed gesloten bewaren.
    In originele, goed gesloten verpakking minimaal 24 maanden houdbaar.

    Maximale korrelgrootte

    Cap-elast Phase 2:
    Klasse S1 (fijn) volgens DIN EN 1062-1
    S < 100 µm volgens EN ISO 15241

    Soortelijke massa

    • Cap-elast Phase 1: ρ ≈ 1,2 g/cm3
    • Cap-elast Phase 2: ρ ≈ 1,3 g/cm3
    • Cap-elast Riss-Spachtel: ρ ≈ 1,75 g/cm3
    • Cap-elast Faserpaste: ρ ≈ 1,1 g/cm3

    Drogelaagdikte

    Cap-elast Phase 2:
    Klasse E3 volgens DIN EN 1062-1
    E = 100–200 µm volgens ISO 3233

    Diffusie-equivalente luchtlaag Sd

    Cap-elast Phase 2:
    Categorie V2 (gemiddeld) volgens DIN EN 15824
    µd ≥ 0,14 m - < 1,4 m volgens DIN EN ISO 7783

    Diffusie-equivalente luchtlaag µm CO2

    Cap-elast Phase 2:
    Klasse C1 volgens DIN EN 1062-1
    C > 5 g/(m2·d); µd > 50 volgens DIN EN 1062-6

    Wateropname

    Cap-elast Phase 2:
    Klasse W3 (laag) volgens DIN EN 1062-1
    W ≤ 0,1 kg/(m2h1/2) volgens DIN EN 1062-3

    Scheurklasse

    De mate van elasticiteit is afhankelijk van het gekozen Cap-elast-verfsysteem.

    Attentie

    De aangegeven waarden zijn een gemiddelde en kunnen door gebruik van natuurlijke grondstoffen per charge iets afwijken. Bij materiaal in kleur zijn geringe afwijkingen mogelijk. De eigenschappen worden hierdoor niet beïnvloed.

    Toepassing conform technisch informatieblad nr. 606

    Cap-elast Faserpaste, Phase 1 en Phase 2
    binnen 1binnen 2binnen 3buiten 1buiten 2
    ++
     (–) niet geschikt / (○) beperkt geschikt / (+) geschikt

    Cap-elast Riss-Spachtel

    binnen 1binnen 2binnen 3buiten 1buiten 2
    ---++
     (–) niet geschikt / (○) beperkt geschikt / (+) geschikt
    Soorten scheuren en behandeling met Cap-elast
    Fijne oppervlaktescheuren, zoals krimp- en haarscheuren in pleisterlagen of beton: Enkelvoudige wapeningFijne scheuren in de pleisterlaag of beton:

    Lichte wapening
    Scheuren in lint- en stootvoegen en beton:

    Zware wapening
    Bild 18 (031669_TI_160_Einfacharmierung.jpg)Bild 20 (031671_TI_160_Leichtarmierung.jpg)Bild 21 (031672_TI_160_Schwerarmierung.jpg)
    Voorstrijklaag:
    Dupa Fix Grund of CapaGrund Universal, afhankelijk van de ondergrond.
    Tussenlaag:
    Cap-elast Phase 2.
    Verbruik: minimaal 230 ml/m2 .
    Afwerklaag:
    Cap-elast Phase 2, onverdund.
    Verbruik: minimaal 230 ml/m2 .

    Scheuroverbrugging volgens DIN EN 1062:
    klasse 4 (> 100 µm) bij 23 °C.
    Voorstrijklaag:
    Dupa Fix Grund of CapaGrund Universal, afhankelijk van de ondergrond.
    Tussenlaag:
    Cap-elast Phase 1, onverdund, in ongeveer de kleur van de afwerklaag.
    Verbruik: 500 ml/m2.
    Afwerklaag:
    Cap-elast Phase 2, onverdund.
    Verbruik: minimaal 230 ml/m2.

    Scheuroverbrugging volgens DIN EN 1062:
    klasse A4 (> 1250 µm) bij 23 °C.
    Voorstrijklaag:
    Dupa Fix Grund of CapaGrund Universal, afhankelijk van de ondergrond.
    Eerste tussenlaag: 
     Cap-elast Phase 1, onverdund. Verbruik: min. 500 ml/m2.
    Tweede tussenlaag: 
    Cap-elast Phase 1, onverdund, in ongeveer de kleur van de afwerklaag.
    Verbruik: min. 500 ml/m2.
    Afwerklaag:
    Cap-elast Phase 2, onverdund. Verbruik: min. 230 ml/m2.

    Scheuroverbrugging volgens DIN EN 1062:
    klasse A4 (> 1250 µm) bij 23 °C.
    Soorten scheuren en behandeling met Cap-elast
    Bij eenvoudige bouwtechnische scheuren:
    Op een glad oppervlak, versterkt met weefselstroken
    Bij omvangrijke bouwtechnische scheuren:
    Op gladde oppervlakken, met weefsel versterkt
    Bild 22 (031673_TI_160_Streifenarmierung.jpg)Bild 19 (031670_TI_160_Gewebearmierung.jpg)
    Voorbehandeling:
    Bouwtechnische scheuren ca. 1 cm breed en 1 cm diep u-vormig uitkrabben, zorgvuldig stofvrij maken en met Dupa Fix Grund voorstrijken tot verzadiging is bereikt. Scheuren met Cap-elast Riß-Spachtel opvullen en goed laten drogen.
    Voorstrijklaag:
    Een voorstrijklaag aanbrengen over het gehele oppervlak met Dupa Fix Grund of CapaGrund Universal, afhankelijk van de ondergrond.
    Weefselstroken op gladde oppervlakken:
    Over de gevulde scheur Cap-elast Phase 1 opbrengen over een breedte van tenminste 20 cm. In het nog natte materiaal Elastik-Gewebe 10/10 van bijv. Kobau zonder plooien over een breedte van tenminste 20 cm inbedden. Na voldoende droging een tussenlaag aanbrengen over het gehele oppervlak met Cap-elast Phase 1 in ongeveer de kleur van de afwerklaag.
    Verbruik: min.500 ml/m2.
    Afwerklaag:
    Over het totale oppervlak een afwerklaag aanbrengen met Cap-elast Phase 2, onverdund.
    Verbruik: min. 230 ml/m2.

    Scheuroverbrugging volgens DIN EN 1062: klasse A5 (>2500 µm) bij 23 °C.
    Voorbehandeling:
    Bouwtechnische scheuren ca. 1 cm breed en 1 cm diep u-vormig uitkrabben, zorgvuldig stofvrij maken en met Dupa Fix Grund voorstrijken tot verzadiging is bereikt. Scheuren met Cap-elast Riß-Spachtel opvullen. Goed laten drogen.
    Gladde oppervlakken met weefsel versterkt: 
    Een voorstrijklaag aanbrengen met Dupa Fix Grund of CapaGrund Universal, afhankelijk van de ondergrond.
    Inbedden weefsel:
    Cap-elast Phase 1, verdund met ca. 5 % water, over de gehele breedte van het Elastik-Gewebe 10/10 van bijv. Kobau gelijkmatig opbrengen en verdelen met blokwitter of verfroller.
    Verbruik: min. 400 ml/m2.
    Het weefsel, te beginnen aan de bovenkant, in de nog natte laag Cap-elast Phase 1 met een roestvrijstalen spaan of moltopreen-roller aanbrengen en goed aandrukken, zodat geen blazen en vouwen ontstaan. De naden ca. 5 cm laten overlappen. Het gewapende oppervlak goed laten drogen.
    Tussenlaag:
    Een tussenlaag aanbrengen met Cap-elast Phase 1, verdund met ca. 5 % water, in ongeveer de kleur van de afwerklaag.
    Verbruik: min. 350 ml/m2.
    Afwerklaag:
    Over het totale oppervlak een afwerklaag aanbrengen met Cap-elast Phase 2, onverdund.
    Verbruik: min. 230 ml/m2.

    Scheuroverbrugging volgens DIN EN 1062: klasse A5 (>2500 µm) bij 23 °C.

    Geschikte ondergronden

    • Minerale ondergronden zoals pleisterwerk vanaf CS II volgens DIN EN 998-1 (drukvastheid min. 2,0 N/ mm2), pleisterwerk vanaf PII volgens DIN 18550
    • Metselwerk met gescheurd voegwerk
    • Sierpleisters op basis van dispersie, siliconenhars, dispersie-siliconenhars en dispersie-silicaat

    De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting verminderen. Om een mooi eindresultaat te verkrijgen (met name bij materiaal in kleur) moet de ondergrond gelijkmatig zuigen.
    Bij scheuren in de ondergrond eerst de oorzaak vaststellen en afhankelijk van de soort scheur deze repareren.

    Voor de voorbehandeling van de ondergrond raadpleeg het technisch informatieblad nr. 650 "Ondergronden en voorbehandelingen".

    Voorbereiding van de ondergrond

    De volgende informatie is als voorbeeld bedoeld. De muurverf wordt aangebracht na de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden. Maak vooraf een proefvlak om de geschiktheid te testen.

    Beschermende maatregelen:
    Glas, keramiek, natuursteen, lakwerk, geëloxeerde oppervlakken etc. zorgvuldig afdekken. Verfspatten direct verwijderen.

    Reinigen vervuilde oppervlakken:
    Vervuilde oppervlakken schoonmaken en slechthechtende (verf)lagen d.m.v. een geschikte methode verwijderen. Na reinigen met water de ondergrond voldoende laten drogen.

    Mogelijke voorbereidende werkzaamheden (niet bindend):

    • droog reinigen: afborstelen, vegen
    • waterstralen onder druk: max. temp. 60° C, max. druk 60 bar
    • mechanisch reinigen: afbijten, schuren, schrapen etc.

    De wachttijd voordat verder gewerkt kan worden is afhankelijk van de weersomstandigheden en laagdikte. Bij lage temperaturen en een hoge luchtvochtigheid is de wachttijd langer.

    Nieuw mineraal pleisterwerk:
    De gemiddelde wachttijd bij 20° C en 65 % RLV is minimaal 1 dag per mm laagdikte van de totale pleisterlaag, echter altijd minstens 14 dagen aanhouden om kalkuitbloeiïngen te voorkomen.
    • Voorstrijken met CapaGrund Universal verminderd het risico op kalkuitbloeïing bij alkalische (minerale- en silicaathoudende) sierpleisters en kan er veelal na 7 dagen wachten verder gewerkt worden. Als alternatief kan mineraal pleisterwerk met Sylitol® Finish 130 worden behandeld.
    • Bij materiaal in kleur zijn speciale voorzieningen noodzakelijk zoals een langere droogtijd van de pleisterlaag, voorstrijken met CapaGrund Universal, steiger voldoende afdekken bij slecht weer etc.

    Nieuw pasteus pleisterwerk:
    De gehele laag moet volledig doorgedroogd zijn voordat verder gewerkt mag worden echter, nooit eerder dan 2 tot 3 dagen wachten. Een grondlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.

    Oud mineraal pleisterwerk, beton:
    Gering zuigend, glad: grondlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.
    Grof poreus, zuigend, gering zanderig: grondlaag aanbrengen met OptiSilan Tiefgrund
    Sterk zandend: grondlaag aanbrengen OptiSilan Tiefgrund of Dupa Fix Grund

    Oude, pasteuze en matte lagen:
    Gering zuigend: grondlaag aanbrengen met CapaGrund Universal, evt. verdund tot 3 % met water.
    Matig zuigend: grondlaag aanbrengen met Capagrund Universal, tot max. 3 % met water verdund. Sterk zuigend, krijtend en zanderig: grondlaag aanbrengen met Dupa Fix Grund. Een tussenlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.

    Goed hechtende elastische dispersieverflagen:
    Een grondlaag aanbrengen met CapaGrund Universal
    Een tussen- en afwerklaag aanbrengen met Cap-elast Phase 2 (zijdeglans) of PermaSilan NQG (mat).

    Pleisterwerk / beton met sinterhuid, plaatselijke reparaties:
    Ondergrond reinigen, slecht hechtende lagen verwijderen. Met Histolith® Fluat behandelen en goed naspoelen met water. Plaatselijke reparaties moeten voldoende afgebonden en droog zijn.

    Beton conform DIN EN 1504-2:
    Met een product uit het Disbon-leveringsprogramma behandelen.

    Pleisterwerk en beton met scheuren:
    De oorzaak van de scheurvorming vaststellen en daarna met geschikt materiaal repareren. Afhankelijk van de scheurvorming schilderen met FibroSil, PermaSilan of het Cap-elast Systeem.

    Bakstenen metselwerk met gescheurd voegwerk:
    Gescheurd voegwerk ca. 10 mm diep openkrabben en voorstrijken met Dupa Fix Grund. Na voldoende drogen scheuren afdichten met Cap-elast Rissspachtel. Deze voldoende laten drogen. 
    Vertoont de tussenlaag bruine verkleuringen, dan afwerken met watervrije Duparol.

    Oppervlakken met alg- en/of schimmelaangroei:
    Vraag advies aan bij accountmanager van DAW NEDERLAND.

    Oppervlakken met zoutuitbloeiingen en vocht:
    Door mineraalzouten wordt de verflaag aangetast. Bij oppervlakken met zoutuitbloeiïngen en (opsteigend)vocht kan geen duurzame hechting worden gegarandeerd. Eventueel een product uit het Histolith® leveringsprogramma toepassen.

    Vraag bij twijfel advies aan bij de accountmanager van DAW NEDERLAND.

    Verwerkingsmethode

    Om aanzetten te vermijden nat-in-nat werken zonder onderbrekingen.

    Grondlaag:
    Raadpleeg "Ondergronden en voorbehandelingen".

    Aanbrengen met kwast, roller of blokwitter
    Cap-elast Phase 1 en 2: Materiaal voor gebruik goed doorroeren.

    Airless spuitapparatuur
    Materiaal voor gebruik goed doorroeren en zeven.
    Cap-elast Phase 1: spuithoek 50°; spuitopening 0,027-0,033’’; druk 140-200 bar
    Cap-elast Phase 2: spuithoek 50°; spuitopening 0,025-031’’; druk 150 bar
    Houd rekening met plaatselijke- en wettelijke regelgeving. 

    Met roestvrijstalen spaan
    Cap-elast Faserpaste:
    Voor gebruik goed doorroeren.

    Verbruik

    Cap-elast Phase 1: 350-500 ml/m2 per laag.

    Cap-elast Phase 2/ColorExpress: minimaal 230 ml/m2 per laag.

    Cap-elast Faserpaste: minimaal 1,1 kg/m2 per mm laagdikte.

    Op ruwe oppervlakken naar verhouding meer. Nauwkeurig verbruik vaststellen door een proef op het object.

    Verwerkingsomstandigheden

    Tijdens verwerking en droogfase moet de temperatuur tussen 5 °C en 30 °C voor omgeving en ondergrond liggen.
    Niet in directe zon, bij sterke wind, mist of bij een hoge luchtvochtigheid verwerken.

    Bij slechte weersomstandigheden de noodzakelijke beschermende maatregelen treffen.

    Droogtijd

    De grondlagen moeten, voordat verder gewerkt mag worden, voldoende droog zijn. Pleisterwerk moet voldoende zijn afgebonden.
    De wachttijd hangt onder andere af van de weersomstandigheden en de laagdikte. De specificaties hebben betrekking op 20 °C en 65 % relatieve vochtigheid en dienen als richtlijn. Koele en vochtige omstandigheden vertragen het droogproces.

    Cap-elast Phase 1:
    - oppervlakkig droog na ca. 6 uur
    - overschilderbaar na ca. 24 uur

    Cap-elast Phase 2:
    - regenvast na ca. 24 uur

    Cap-elast Faserpaste:
    - overschilderbaar na ca. 24 uur

    Opmerkingen

    Bouwtechnische scheuren kunnen onderhevig zijn aan constante en wisselende bewegingen. Een permanente en niet zichtbare scheuroverbrugging kan niet worden gegarandeerd met verfproducten.

    Er is een verhoogd risico op aangroei van micro-organisme op geveloppervlakken die veel door vocht worden belast. Een permanente preventie kan niet worden gegarandeerd.

    Bij het schilderen met een muurverf in kleur op gevelisolatie moet de reflectiewaarde > 20 zijn. Gebruik hiervoor, na voldoende drogen van de sierpleister, de solar-reflecterende buitenmuurverf CoolProtect (TRS-waarde ≥ 25). CoolProtect altijd in twee verflagen aanbrengen. Op massieve muren met een reflectiewaarde < 30 moet een extra wapeningslaag worden aangebracht over het gehele oppervlak. Bij een reflectiewaarde < 20 altijd de solar-reflecterende muurverf CoolProtect (TRS ≥ 25) toepassen.
    Bij het schilderen van wandplaten van cellenbeton, afgewerkt met een intakte verflaag, moet de TSR-waarde ≥ 30 zijn.

    Bij donkere kleuren kan door mechanische belasting (krassen) lichte strepen, zgn. "schrijfeffect” ontstaan. Dit komt voor bij alle matte tot zijdematte muurverven. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed.

    Bij gladde, koele ondergronden of bij een trage droging van de verflaag door weersomstandigheden kunnen door vochtbelasting (regen, dauw, mist) bepaalde hulpstoffen uit de verflaag naar de oppervlakte komen in de vorm van geelachtige, transparante, licht glanzende en/ of kleverige strepen. Deze strepen zijn in water oplosbaar en zullen bij voldoende water, bijvoorbeeld na enkele flinke regenbuien, vanzelf verdwijnen. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed. Moet des ondanks toch direct overgeschilderd worden dan eerst de strepen met veel water wegwassen en voorstrijken met CapaGrund Universal. Bij verwerking en droging onder normale omstandigheden komen deze strepen niet voor.

    Plaatselijke reparaties kunnen na schilderen zichtbaar blijven.

    Op horizontale oppervlakken speciale beschermende maatregelen treffen.

    Vraag bij twijfel een objectgericht advies aan bij DAW NEDERLAND te Nijkerk.

    Certificaat

    Testrapporten zijn op aanvraag bij DAW Nederland te verkrijgen.

    Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)

    Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.

    Cap-elast Riss-Spachtel
    Bevat: 1,2-Benzisothiazol-3(2H)-on, 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on, Octhilinon (ISO), gemengd product van 5-Chloor-2-methyl-2H-isothiazol-3-on en 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on (3:1).

    Dit product is een behandeld voorwerp volgens EU regelgeving 528/2012, deze verf bevat film- en busconservering met fungicide eigenschappen: Terbutryn (CAS-Nr. 886-50-0), Octhilinon (ISO) (CAS-Nr. 26530-20-1).

    Cap-elast Faserpaste
    Bevat: 1,2-Benzisothiazol-3(2H)-on, 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on, gemengd product van 5-Chloor-2-methyl-2H-isothiazol-3-on en 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on (3:1).
    Let op: spuitnevel niet inademen.

    Cap-elast Phase 1
    Bevat: 1,2-Benzisothiazol-3(2H)-on, 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on, gemengd product van 5-Chloor-2-methyl-2H-isothiazol-3-on en 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on (3:1).
    Let op: spuitnevel niet inademen.

    Cap-elast Phase 2
    Bevat: 1,2-Benzisothiazol-3(2H)-on, 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on, gemengd product van 5-Chloor-2-methyl-2H-isothiazol-3-on und 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on (3:1).
    Let op: spuitnevel niet inademen.

    Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.

    Afval

    Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.

    EU-grenswaarde VOS

    Cap-elast Riss-Spachtel:
    Het VOS-gehalte volgens de richtlijn 2004/42/EU: Dit product bevat max. 10 g/l VOS.

    Cap-elast Faserpaste:
    Het VOS-gehalte volgens de richtlijn 2004/42/EU: Dit product bevat max. 40 g/l VOS.

    Cap-elast Phase 1:
    Het VOS-gehalte volgens de richtlijn 2004/42/EU: Dit product bevat max. 30 g/l VOS.

    Cap-elast Phase 2:
    Het VOS-gehalte volgens de richtlijn 2004/42/EU: Dit product bevat max. 40 g/l VOS.

    Technisch advies

    Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dit technisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.

    Servicecentrum

    DAW NEDERLAND B.V.

    Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
    Fax: (+31) (0)33 247 50 12
    e-mail: info@dawnederland.nl

    Kijk ook op www.dawnederland.nl

    Muziekpaleis TivoliVredenburg in Utrecht

    Moerbergplantsoen, IJmuiden

    Product recommendation:

    CapaGrund Universal

    Dupa Fix Grund

    Caparol Newsletter - Altijd op de hoogte van het laatste nieuws.

    Vanaf nu kunt u zich laten informeren over alle actuele thema's via onze digitale Caparol newsletter! Productinnovaties, beursinformatie, wetenswaardigheden en nog veel meer uit de wereld van Caparol krijgt u direct in uw inbox.

    Uw gegevens

    Ja, ich wil vanaf nu de gratis Caparol-Newsletter ontvangen. Ik kan mijn aanmelding te allen tijde stopzetten d.m.v. de link onder de nieuwsbrief.


    * Verplichte velden