DisboCRET 548 SPCC-Mörtel
Nat en droog te verspuiten pleistermortel voor beton met een laagdikte van 10 tot 80 mm, kunststofgemodificeerd.Toepassing
Voor het herstellen van betonnen bouwelementen in droog- of natspuitprocédé.Als reparatiemortel en pleistermortel te gebruiken onder andere ter verhoging van de betondekking op het wapeningsijzer.
Eigenschappen
- eenvoudig aan te maken en te verwerken
- lage water/cementfactor
- voorkomt indringen van CO2 en vocht
- bestand tegen vorst en wegenzout
- korrelgrootte 2 mm
- laagdikte 10 tot 80 mm
- voldoet aan de eisen van EN 1504-3: Statische en niet statische reparaties
- voldoet aan mortelklasse M2 volgens RiLi-SIB
Getest in combinatie met DisboCRET 502, conform TL/TP BE-PCC van ZTV-ING.
Materiaalbasis
Kunststofgemodificeerde cementmortel.Verpakking
25 kg zakOpslag
Droog bewaren. Maximaal 9 maanden houdbaar en chromaatarm.Grootste korrel
2,0 mmSchudgewicht (nat)
ca. 2.200 kg/m3Schudgewichteigenschappen
(gemiddelde waarden na 28 dagen)
Schudgewicht: ca. 2.044 kg/m3
Drukvastheid: ca. 54,0 N/mm2
Buig-/treksterkte: ca. 8,6 N/mm2
Afscheursterkte: > 2,0 N/mm2
Geschikte ondergronden
Beton.De afscheursterkte van de ondergrond moet meer dan 1,5 N/mm2 bedragen waarvan de laagste waarde niet lager mag zijn dan 1,0 N/mm2.
Voorbereiding van de ondergrond
Betonstaal met DisboCRET 502 als roestwerende laag behandelen volgens voorschrift.De ondergrond moet draagkrachtig, vast, schoon, vrij zijn van losse delen en stoffen die de hechting verminderen. Scheidende substanties zoals verflagen, olie, vet etc. door geschikte methoden verwijderen.
Beton mag geen corrosiebevorderende bestandelen (zoals chloride) bevatten. De zijkant van het reparatie oppervlak afschuinen, 45-60°. Het oppervlak vooraf bevochtigen. De mortel op een matvochtige ondergrond aanbrengen.
Materiaalbereiding
Nat spuitenIn een kuip de benodigde hoeveelheid water gieten. Onder grondig en voortdurend roeren met een geschikt roerwerk (maximaal 400 omw./min. met een dwangmenger) de gehele inhoud van een zak DisboCRET 548 SPCC-Mörtel toevoegen. Tenminste gedurende 3 minuten mengen tot een klontvrije mortel ontstaat.
Mengverhouding
Poedermortel | Water |
1 gewichtsdeel | 0,12 gewichtsdelen |
25 kg zak | 3,0 liter |
Verwerkingsmethode
Afstand nozzle tot ondergrond 0,5-1,0 m (rechthoekig spuiten)Compressor: minimaal 5 m3/min. Het aanbrengen van volgende lagen is mogelijk wanneer de eerste laag voldoende droog en draagkrachtig is.
Veelal wordt de mortel niet verder behandeld, slechts de kanten geëgaliseerd.
Het gladmaken zonder druk is mogelijk vanaf de tweede laag.
De aangebrachte mortel tegen weersinvloeden zoals zon, wind, regen en vorst beschermen.
Neem passende maatregelen om snel uitdrogen te voorkomen. Deze maatregelen conform ZTV-ING minimaal 5 dagen aanhouden.
Natspuiten
DisboCRET 548 SPCC-Mörtel kan met geschikte spuitapparatuur worden aangebracht (zoals InoBeam F21, fa. Inotec).
Toevoer materiaal: 400 l/h
Slanglengte: max. 50 m
Druk: 22-25 bar
Nozzle: MAWO
Door de luchttoevoer aan de nozzle te reguleren wordt de ruwheid van het oppervlak ingesteld.
Droogspuiten
Geschikt voor ‘droog’ spuiten is bijvoorbeeld rotorspuitapparatuur ALIVA 246 met een inhoud van 0,7 l.
Toevoer materiaal: 400 l/h
Slanglengte: 100 m en meer
Nozzle: Aliva-Vulcolan, flexibel
Laagdikte
Natspuitprocédééén laag: minimaal 10 mm, maximaal 20 mm
meer lagen: minimaal 10 mm, maximaal 40 mm, plaatselijke reparatie: tot 60 mm
Droogspuitprocédé
één laag: minimaal 10 mm maximaal 20 mm
meer lagen: minimaal 10 mm maximaal 40 mm, plaatselijke reparatie: tot 80 mm
Verbruik
Ca. 2,0 kg/m2 droge mortel per mm laagdikte.Verwerkingsomstandigheden
Minimaal 5 °C en maximaal 35 °C voor materiaal, omgeving en ondergrond tijdens verwerking en droogfase.Reinigen gereedschap
Gereedschap direct na gebruik met water reiningen.Certificaat
Testrapporten zijn op aanvraag te verkrijgen.Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.Bevat portlandcement en chemicaliën
Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.
EU-grenswaarde VOS
De grenswaarde VOS volgens de richtlijn 2004/42/EG van dit product is 0 %; < 1 g/l.CE-markering
1119 | |
Disbon GmbH Roßdörfer Straße 50, 64372 Ober-Ramstadt | |
09 | |
DIS-548-004145 | |
EN 1504-3:2005 Betonreparatiemortel voor statische en niet statische reparaties | |
EN 1504-3: ZA.1a | |
Drukvastheid | Klasse R4 |
Chlooridionengehalte | ≤0,05 % |
Hechtkracht | ≥2,0 MPa |
Zwel- en krimpgedrag | ≥2,0 MPa |
Carbonatieweerstand | Voldoet |
Elasticiteitsmoduul | ≥20 GPa |
Brandgedrag | Klasse E |
In de EN 1504-3 "Producten en systemen voor het beschermen en herstellen van betonwerk - deel 3: statische en niet statisch reparaties" zijn de eisen vastgelegd voor betonreparatiemortels. Producten die aan de norm voldoen hebben een CE-logo op de verpakking. De prestatieverklaring staat op internet onder www.dawnederland.nl.
Technisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dittechnisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl