AkkordLeichtspachtel
Spuit- en reparatiepleister voor binnen.Toepassing
Gebruiksklare, lichtgewicht spuit- en reparatiepleister. Voor het aanbrengen in grote laagdikten en tot 0 mm uit te vlakken.Voor het rationeel spuiten, gladstrijken en uitvlakken van wanden en plafonds van bijv. mineraal pleisterwerk, beton, cellebeton, gipspleisters, gipskartonplaten, sierpleisters, glasweefselbehang etc.
In de natte pleister kan glasvlies zoals Capadecor Akkordvlies-SP probleemloos ingebed worden.
Geschikt op oppervlakken conform het Duiste BFS-Merkblad 12, BVG-Merkblad 2 en kwaliteitsomschrijving Q2 en Q4.
Laagdikte in 1 behandeling:
AkkordLeichtspachtel droogt tot ca. 6 mm nattelaagdikte zonder scheuren. Het scheurvrij drogen is afhankelijk van plaatselijke omstandigheden zoals temperatuur, zuiging van de ondergrond etc.
Eigenschappen
- eenvoudig en vlot te verwerken
- hecht zeer goed
- geen scheuren door drogen, ook niet bij dikke lagen
- droog goed te schuren, nat te vilten
- waterdampdoorlatend
- waterverdunbaar, reukarm
- oplosmiddelvrij en minimale emissie
- brandklasse A2-s1,d0 conform DIN EN 13501-1
Materiaalbasis
Kunststofdispersie.Verpakking
18 kg kunststof-emmer, 20 kg PE-zakKleur
Natuurwit.Met maximaal 5 % CaparolColor of AmphiColor-Vollton-und Abtönfarbe op kleur te brengen.
Glansgraad
MatOpslag
Koel, maar vorstvrij bewaren.Aanvullende producten
Caparol-Füllspachtel P bij grotere reparaties en als afdichting van voegen op plafondsIn natte ruimten:
Akkordspachtel KF
Histolith Renovierspachtel
Histolith Feinputz
Toepassing conform technisch informatieblad nr. 606
binnen 1 | binnen 2 | binnen 3 | buiten 1 | buiten 2 |
+ | – | – | – | – |
(–) niet geschikt / (○) beperkt geschikt / (+) geschikt |
Geschikte ondergronden
De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting verminderen.Afhankelijk van de ondergrond en toepassing een geschikt Caparol-voorstrijkmiddel toepassen. Glanzende, goed hechtende verflagen eerst opruwen.
Voorbereiding van de ondergrond
Minerale pleisterlagen volgens DIN EN 998-1 klasse CS II - CS IV / drukvastheid min. 2 N/mm2:
Draagkrachtige, normaal zuigende pleisterlagen zonder voorbehandeling schilderen.
Poreuze, zanderige of zuigende pleisterlagen voorstrijken met CapaTex Fix THIX.
Gipspleisters volgens DIN EN 13279-1 / drukvastheid min. 2 N/mm2:
Voorstrijken met CapaSil Primer. Eventueel op gipspleister aanwezige sinterhuid en scharen afschuren. Het oppervlak stofvrij maken en impregneren met CapaTex Fix THIX, zonodig tot max. 20 % met water verdund.
Gipsbouwplaten:
Zuigende platen impregneren met CapaTex Fix THIX. Op sterk verdichte, gladde platen een voorstrijklaag aanbrengen met CapaSil Primer.
Gipskartonplaten:
Eventueel aanwezige scharen afslijpen. Het oppervlak stofvrij maken. Zachte gipsreparaties impregneren met CapaTex Fix THIX, zonodig tot max. 20 % met water verdund. Totale ondergrond voorstrijken met CapaSil Primer of CapaTex Fix THIX.
Platen met in water oplosbare bestanddelen die verkleuren impregneren met IsoGrund Ultra.
Beton:
Eventueel aanwezige resten van ontkistingsmiddelen verwijderen.
Cellenbeton:
Voorstrijken met CapaTex Fix THIX.
Kalkzandstenen- of bakstenenmetselwerk:
Zonder voorbehandeling schilderen.
Goed hechtende verflagen:
Matte, matig zuigende oppervlakken zonder voorstrijken schilderen. Glanzende oppervlakken en laklagen opruwen, reinigen en voorstrijken met PutzGrund 610.
Niet goed hechtende verflagen:
Niet goed hechtende lak-, dispersieverf- of kunstharssierpleisterlagen geheel verwijderen. Op zwak zuigende, gladde oppervlakken een voorstrijklaag aanbrengen met CapaSil Primer. Op zuigende, zanderige of poreuze oppervlakken een voorstrijklaag aanbrengen met CapaTex Fix THIX.
Behang van papier:
Behang volledig verwijderen. Lijm en resten van grondpapier wegwassen en de ondergrond impregneren met CapaTex Fix THIX, zonodig tot max. 20 % met water verdund.
Oppervlakken met schimmel:
Schimmel verwijderen en met een toegelaten schimmeldodend preparaat volgens voorschrift behandelen.
Oppervlakken met nicotine, water, roet of vet:
Oppervlak reinigen met een geschikt schoonmaakmiddel. Voorstrijken met IsoGrund Ultra.
Beschadigingen e.d.:
Na de vereiste voorbehandeling kleine beschadigingen repareren met Füllspachtel P, volgens verwerkingsvoorschrift.
Let op!
Bij dunne (< 0,5 mm), hydraulisch drogende en gipshoudende pleisterlagen met een egaliteitsklasse Q2 en Q3 adviseren wij een waterverdunbaar en transparant voorstrijkmiddel toe te passen. Als alternatief voor de gipspleister (Q3) kan een pasteus, kant en klaar pleistermateriaal worden gebruikt.
Verwerkingsmethode
Handmatige verwerking:
Voor verwerking goed doorroeren en met een roestvrijstalen spaan aanbrengenAkkordLeichtspachtel is uiterst geschikt voor het aanbrengen een pleisterlaag op gipsplaten omdat tot nul geëgaliseerd kan worden.
Op gipsplaten kan gebruikgemaakt worden van, de in de handel voorkomend, bewapeningspapier of weefselband. Er dient op gelet te worden dat de verstevigingsbanden pas worden aangebracht vanaf het moment dat de ondergrond niet meer beweegt en droog is. Tijdens het aanbrengen dient erop gelet te worden dat de temperatuur niet lager is dan 10 °C. AkkordLeichtspachtel in de voegopening drukken, bewapeningsband aandrukken en onmiddellijk daarna overpleisteren met AkkordLeichtspachtel. Na drogen nogmaals gladzetten met AkkordLeichtspachtel. Bij voegen met een voegopening groter dan 3 mm deze vooraf dichten.
Geschikte spuitapparatuur:
AkkordLeichtspachtel is te verwerken met pleisterspuitmachines en met airless spuitapparatuur met voldoende capaciteit. Bij airless verwerking alle pistoolfilters verwijderen. Als airless-spuitpistool moet een, door de betreffende fabrikant aanbevolen, spuitpistool met een grote nozzle worden gebruikt. Bij verwerking uit de emmer materiaal eerst mechanisch doorroeren. Afhankelijk van de capaciteit van de airless-apparatuur kan bij een verwerkingstemperatuur lager dan 10 °C door indikken van de spachtel een verminderde verwerkingssnelheid optreden. Daarom het materiaal altijd boven de 10 °C verspuiten.
Spuiten:
Rationeel en economisch te verspuiten op wanden en plafonds in combinatie met geschikte spuitapparatuur met voldeonde capaciteit.
Verwerkingsmethode:
Voor een goede toevoer van het materiaal adviseren wij een materiaaltrechter te gebruiken. Op het gehele oppervlak een volle, onverdunde laag Akkordspachtel SF opbrengen en direct gladstrijken met een stalen spaan. AkkordLeichtspachtel is na drogen te schuren (korrel 320).
Spuitapparatuur:
AkkordLeichtspachtel is te verwerken met pleisterspuitmachines en met airless spuitapparatuur met voldoende capaciteit. Bij airless pistolen alle filters verwijderen. Als airless pistool moet een, door de betreffende fabrikant aanbevolen, spuitpistool met een grote nozzle worden. Bij verwerking uit de emmer materiaal eerst mechanisch doorroeren
Airless Heavy Coat | |
Spuitdruk | 150 - 180 bar |
Spuithoek | 40° - 50° |
Spuitopening in Inch | 0,035" - 0,045" |
Pistoolfilter in MW | verwijderen |
Sprenkellaag met Airless-apparatuur✱ | |
Spuitopening in Inch | 4 mm |
Spuitdruk | 50 bar |
Ondersteuning met lucht | ja |
Pleistermachine | |
Spuitopening | 4 - 6 mm |
Werkdruk | afhankelijk van apparatuur |
Capaciteit | > 6 l / min |
Ondersteuning met lucht | ja |
✱ Afhankelijk van het soort spuitapparaat is een spuitkop noodzakelijk
Werkteam:
Een spuitploeg bestaat uit 2 tot 3 man. Een van de teamleden brengt het materiaal met de spuit in een gelijkmatige laagdikte aan, 2 teamleden trekken het aangebrachte materiaal gelijkmatig af en strijken vervolgens het oppervlak glad.
Spuiten met sprenkellaag:
Wand- en plafondoppervlakken van b.v. prefob-beton, gietbeton en cellenbeton alsmede gipskartonplaten is met krachtige spuitapparatuur rationeel en economisch te behandelen.Speciale aanwijzingen voor een gladde- en sprenkelafwerking:
In grotere ruimten moet eerst het plafond worden gladgestreken voordat de wanden kunnen worden behandeld. In voorkomende gevallen moet echter ook het bovenste deel van de muur worden gespoten en gladgestreken tot een hoogte die vanaf de vloer kan worden bereikt. Vervolgens wordt het onderste deel van de muur behandeld.
Als alleen het plafond behandeld moet worden, is het raadzaam eerst een rand van het plafond langs het wandoppervlakken af te spuiten en vervolgens het totale oppervlak. Alle hoeken moeten worden gladgestreken, na kort aandrogen, met een natte radiatorborstel. Verwijder de luchtbellen na een kort aandrogen door deze opnieuw glad te strijken. Herhaal dit indien nodig. Vul bestaande grindnesten met de hand op.
Na goede droging van de Akkordspachtel, de eventueel aanwezige roestdoorslag behandelen met een geschikte roestwerende primer, b.v. Capalac AquaMulti Pimer. Breng daarna een verflaag aan.
Aanbrengen van een wapeningsweefsel:
Bij inbedden van glasvlies (ca. 40 g/m2) dient men het materiaal in ongeveer twee à drie baanbreedtes op het te behandelen oppervlak aan te brengen. Het nog natte materiaal met een getamde roestvrije spaan (4 x 6 x 4 mm) doorkammen. Het weefsel plooivrij inbedden en aandrukken met een roestvrijstalen spaan. Bij de weefselnaden, circa 5 cm het weefsel niet aandrukken. De volgende weefselbaan circa 5 cm overlappend inbedden en pas dan het weefsel tot en met de overlapping licht aandrukken. Weefsel met een mes dubbel doorsnijden en na verwijderen van de snijresten aandrukken. Het teveel aan materiaal wegnemen met een vochtige doek. Kleine spaanslagen na drogen wegschuren.
Raadpleeg het technisch infromatieblad Capaver AkkordVlies G45 SP
Opbouw van het systeem
Afwerking van met AkkordLeichtspachtel behandelde oppervlakken:Muurverf en sierpleister op basis van dispersie:
Met AkkordLeichtspachtel geëgaliseerde oppervlakken voorstrijken met CapaTex Fix THIX. Bij afwerking met een sierpleister voorstrijken met PutzGrund 610.
Glasvezelweefsel:
Met AkkordLeichtspachtel geëgaliseerde oppervlakken moeten, na voldoende drogen, met CapaSil Primer voorgestrijken.
Dampdichte oppervlakken:
Oppervlakken met Akkordspachtel KF behandelen. Raadpleeg het betreffende technisch informatieblad.
Verbruik
Ca. 1200 g/m2/mm laagdikte.Verwerkingsomstandigheden
Minimaal 5 °C voor ondergrond en omgeving tijdens verwerking en droogfase. Temperatuur van het materiaal tijdens verwerking: >10 °C.Droogtijd
Afhankelijk van bouwvocht, temperatuur en laagdikte ca. 12-48 uur.Opmerkingen
Voor de verwerking volgens de aangegeven laagdikte is een gelijkmatig zuigende en lichtruwe ondergrond aan te bevelen. Alleen dan kan de spachtel in 1 arbeidsgang worden aangebracht zon der dat deze gaat uitzakken. Na drogen moet rekening worden gehouden dat de pleisterlaag enigszins slinkt. Bij grote en/of grove oppervlakken, grote laagdiktes de spachtel in twee lagen aanbrengen. Houdt tussen de lagen voldoende droogtijd aan.AkkordLeichtspachtel is niet geschikt voor toepassing in natte ruimten. Door toepassing van natuurlijke vulstoffen zijn geringe kleurverschillen mogelijk.
Vraag bij verspuiten van de AkkordLeichtspachtel advies aan bij DAW Nederland in Nijkerk.
Op gladde en dichte ondergronden kunnen kleine luchtblaasjes ontstaan. Deze na een korte droogperiode nogmaals egaliseren.
Het moment van nabehandeling is afhankelijk van de plaatselijke temperatuur en luchtvochtigheid. Ontstaan bij de nabehandeling weer blaasjes dan is deze behandeling te vroeg gestart.
Bij langdurige vochtinwerking van de lijm kan de pleisterlaag aanweken en zacht worden.
Op gipshoudende ondergronden kan door langdurige vochtindringing de blazen of aanweken ontstaan. In voorkomende gevallen voor een snellere droging zorgdragen.
Certificaat
Testrapporten zijn op aanvraag te verkrijgen.
Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruikBevat 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on, 1,2-Benzisothiazol-3(2H)-on. Kan een allergische reactie veroorzaken.
Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.EU-grenswaarde VOS
Dit product is niet kenmerkplichtig volgens de EU-grenswaarde.
Het product bevat < 1 g/l VOS.
Inhoudstoffen
Bevat: polyacrylaathars, calciumcarbonaat, silicaat, titaanwit, water, additieven en conserveermiddel.Technisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dit
technisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl