Capatect ArmaReno 700
Minerale poedermortel voor het lijmen van isolatieplaten, wapeningspleister en het renoveren van wapeningspleisters.Toepassing
Hoogwaardige mortel te gebruiken als lijm voor isolatieplaten, als wapenngslaag en als glad te vilten pleisterlaag in Capatect-systemen.Als renovatiemortel van oude, draagkrachtige pleisterlagen en als hechtmortel (dunne laag), voor bijv. glad beton zonder sinterhuid en diverse plaatmaterialen.
Ook geschikt voor toepassing op basements in Capatect-systemen.
Eigenschappen
- weerbestendig en waterafstotend
- hoog waterdampdoorlatend
- extreem spanningsarm door toevoeging van vezels
- zeer goede silo- en machinedoorgang
- lange verwerkingstijd
- met toevoegingen ter verbetering van hydrofobering, verwerking en hechting
Verpakking
25 kg800 kg OneWay®container
1000 kg Big-Bag
Kleur
Wit.Opslag
Droog tegen vocht beschermen.In originele, gesloten verpakking ca. 12 maanden te bewaren.
Technische eigenschappen
Pleistermortel (GP) volgens DIN EN 998-1Soortelijke massa
ρ: ca. 1,6 g/cm3 volgens DIN EN 1015-10Warmtegeleiding
λ10, dry, mat ≤ 0,82 W/(m∙K) voor P = 50 % volgens DIN EN 1745λ10, dry, mat ≤ 0,89 W/(m∙K) voor P = 90 % volgens DIN EN 1745
Diffusieweerstandsfactor µ (H2O)
μ ≤ 25 volgens DIN ISO 7783Drukvastheid
Categorie CS III volgens DIN EN 998-13,5 N/mm2 tot 7,5 N/mm2 volgens DIN EN 1015-11
Hechttreksterkte
≥ 0,08 N/mm2 volgens DIN EN 1015-12Breukbeeld A, B of C
Brandreactie
Klasse A2-s1, d0 volgens DIN EN 13501-1 (onbrandbaar)Materiaalbasis
Mineraal bindmiddel volgens DIN EN 197-1 en DIN EN 459-1Kunststofdispersie
Hechttreksterkte op polystyreenplaat
≥ 0,08 N/mm2Capillaire wateropname
Categorie WC2 volgens DIN EN 998-1C ≤ 0,20 kg/(m2·min0,5) volgens DIN EN 1015-18
Product-nr.
700Attentie
De aangegeven waardes zijn een gemiddelde en kunnen per charge, door gebruik van natuurlijke grondstoffen, iets afwijken.De algemene bouw- en verwerkingsvoorschriften voor toepassing bij gevelisolatie en VHF in acht nemen.
Geschikte ondergronden
Metselwerk en beton (eventueel afgewerkt met pleisterwerk), goed hechtend tegelwerk en isolatieplaten conform de toelating.Voorbereiding van de ondergrond
Vensterbanken en andere bouwdelen zoals glas, keramiek, metselwerk, natursteen, geschilderde en geëloxeerde ondergronden afdekken.
De ondergrond moeten draagkrachtig, glad, vast, scheurvrij, schoon, droog en vrij van stoffen zijn die de hechting verminderen. De ondergrond moet voldoende draagkracht hebben om pluggen te kunnen aanbrengen.
Verontreiniging, ontkistingsmiddelen, mortelresten etc. grondig verwijderen.
Slecht hechtende en bladderende verflagen en sierpleisters verwijderen. Losse delen verwijderen en holtes openhakken en repareren.
Sterk zuigende en zanderige oppervlakken tot op de vaste ondergrond schoonmaken en met een geschikt materiaal voorstrijken.
Maak vooraf een proefvlak op het object om de geschikheid vast te stellen.
Materiaalbereiding
Hoeveelheid water per zak van 25 kg: ca. 5,5 - 6,5 literCapatect ArmaReno 700 kan met vrijwel alle doorloopmengers, wormpompen en pleistermachines verwerkt worden. Ook handmatig met een krachtig, langzaam draaiend roerwerk aan te maken. Meng met zuiver, koud water tot een homogene massa ontstaat. Het gemengde materiaal ca. 5 minuten laten opstijven en nogmaals kort roeren. Indien nodig de consistentie na opstijven met water aanpassen.
Afhankelijk van de weersomstandigheden bedraagt de verwerkingstijd van het handmatig gemengd materiaal max. 2 uur, bij machinale verwerking max. 60 minuten. Ingedikt materiaal niet meer aanlengen.
Verbruik
Verlijmen van de isolatieplaat:ca. 3,5 – 5,0 kg/m2
Wapeningspleister:
ca. 1,6 kg/m2/mm
(is ca. 6,5 kg/m2 bij 5 mm laagdikte)
Renovatiemortel:
ca. 1,6 kg/m2/mm
(is ca. 6,5 kg/m2 bij 5 mm laagdikte)
Gevilt pleisterwerk:
ca. 3,2 – 4,5 kg/m2 bij 2-3 mm laagdikte.
De verbruikswaarden zijn richtgetallen en afhankelijk van object of verwerking.
Nauwkeurig verbruik door middel van een proef op het object vaststellen.
Laagdiktes:
Wapeningslaag bij gevelisolatie: 3-7 mm
Pleisterlaag (afwerking): 2-3 mm
Renovatielaag: tot 10 mm
Verwerkingsomstandigheden
Minimaal 5 °C en maximaal 30 °C voor materiaal, omgeving en ondergrond tijdens verwerking en droogfase.Niet bij directe zonnestralen, bij harde wind, mist of hoge luchtvochtigheid verwerken.
Bij slechte weersomstandigheden de nodige beschermende maatregelen treffen.
Droogtijd
De grond- en/of tussenlaag moet voldoende droog zijn voordat verder gewerkt mag worden.
De droogtijd is afhankelijk van temperatuur, luchtvochtigheid, wind en zon op het oppervlak.
Is pluggen noodzakelijk dan moet de lijmlaag voldoende droog en hard zijn.
De wapeningslaag moet voldoende en gelijkmatig gedroogd zijn
Droogtijd na verlijmen
■ minimaal 24 uur
Droogtijd na wapeningslaag
■ bij minerale sierpleister min. 1 dag per mm laagdikte, minimaal 2 dagen drogen aanhouden
■ bij pasteuze sierpleister min. 5 dagen
Door een extra voorstrijklaag toe te passen met CapaGrund Universal wordt het risico op kalkuitbloeiïngen verminderd en de wachttijd voor het aanbrengen van de eindlaag korter.
Reinigen gereedschap
Na gebruik reinigen met water.Voorbeeld machineuitrusting
Voor het aanbrengen van de Capatect ArmaReno 700 met een spuitinstallatie informatie aanvragen bij de accountmanager van DAW Nederland te Nijkerk.Verlijmen van de isolatieplaat
- Handmatig of machinale verwerking is mogelijk
- De isolatieplaten in verband (minimaal 10 cm) en goed aangesloten aanbrengen
- Stoot- en lintvoegen moeten vrij blijven van lijm
- De voegen tussen de isolatieplaten niet afdichten met lijm
- Voegen ≤ 5 mm met speciaal (moeilijk brandbaar) voegenschuim afdichten
- Voegen > 5 mm met een gelijkwaardig isolatiemateriaal afdichten
- Op hoeken van gebouwen de isolatieplaten vertand aanbrengen
- De isolatieplaten uitgelijnd en loodrecht aanbrengen
- Onbehandelde minerale wol isolatieplaten bij verlijmen eerst voorspachtelen
- Beschadigde isolatieplaten niet verwerken
Punt-worst-methode
De lijm volgens de zogeheten ‘punt/worst’- methode (de rand en dotten in het midden) op het
aanhechtingsvlak van de isolatieplaat aanbrengen.
- Het lijmcontact met het oppervlak moet ≥ 40 %.
Verlijmen over het gehele oppervlak
Bij een ongelijkmatige ondergrond kan de lijm met een vertande spaan over het gehele
plaatoppervlak worden aangebracht. De isolatieplaat met lijmlaag binnen 10 minuten op de
ondergrond schuivend aanbrengen en goed aandrukken.
Minerale wol Lamellenplaten moeten ALTIJD over het gehele van lijm worden voorzien.
Machinale verlijming
De lijm machinaal in verticale worststroken op de ondegrond spuiten. De lijmstrook moet ca. 5 cm
breed en in het midden minmaal 10 mm dik zijn. De afstand tussen de lijmstroken (vanuit het
midden gerekend) mag niet meer zijn dan 10 cm.
De isolatieplaat direct in de nog natte lijmlaag schuivend aanbrengen en goed aandrukken.
Voorkom huidvorming van de lijmlaag.
- Polystyreen isolatieplaten - lijmcontact met het oppervlak ≥ 60 %
- Minerale wol isolatieplaat - lijmcontact met het oppervlak ≥ 50 %
Let op!
De algemene voorschriften, toelatingen etc. voor het toepassen van gevelisolatiesystemen zijn van
toepassing. Raadpleeg het technisch informatieblad van het betreffende product
Wapeningslaag
Om te zorgen voor een gelijkmatig oppervlak en om het isolatieoppervlak van minerale wolisolatieplaten te stabiliseren, raden we aan om eerst te egaliseren voordat de wapeningslaag wordt aangebracht. Breng eerst een laag wapeningsmortel aan tot een dikte van ongeveer 2 mm en laat deze goed drogen.
- Op hoeken van ramen, deuren etc. Capatect Diagonalarmierung of weefselstroken (ca. 25 x 25 cm) diagonaal in de wapeningslaag aanbrengen.
- Plaats pleisterstrips, hoekprofielen en profielen over de gehele lengte in de wapeningspleister en lijn deze uit. Bij gebruik van Capatect Gewebe Eckschutz het weefsel tot aan de rand aanbrengen.
- Breng de wapeningsmortel aan met een roestvrijstalen spaan of machinaal. Controleer de laagdikte met een geschikte vertande spaan. De laagdikte van de wapeningslaag moet gelijkmatig zijn.
- De Capatect Gewebe 650 over het gehele oppervlak zodanig aanbrengen dat deze bij laagdikte tot 4 mm in het midden en boven de 4 mm in het bovenste derde deel ligt.
- Het wapeningsweefsel 10 cm overlappend aanbrengen.
- Vervolgens de wapeningslaag nat in nat overpleisteren zodanig dat het wapeningsweefsel volledig is afgedekt.
Reparatiemortel
Materiaal kan met een roestvrij stalen spaan tot 10 mm niveauverschil op de ondergrond worden aangebracht. Zonodig Capatect Gewebe 650 inbedden.Bij het aanbrengen van twee lagen moet de eerste laag voldoende hard maar NIET doorgedroogd zijn.
Bij toepassing als reparatiemortel op gevelisolatie moet het wapeningsweefsel in het bovenste derde deel van de laag liggen.
Sierpleister
Afhankelijk van de zuiging van de ondergrond en de weersomstandigheden bij verwerking moet eventueel een grondlaag met Sylitol® RapidGrund 111 aangebracht worden.Bij het naar eigen inzicht structureren van de eindlaag een laagdikte van ca. 3-5 mm aanbrengen. Eventueel de eindlaag met weinig water en een zachte borstel afstrijken.
Voor eeb gevilt oppervlak een laagdikte van ca. 3 mm aanbrengen. Tijdens het drogen het oppervlak met een natte vilt- of sponsbord glad maken
Voor een goede hechting een voorstrijklaag aanbrengen behorende bij het verfsysteem.
Er kunnen na het gladvilten, door bindmiddel aan het oppervlakte (sinterlaag), fijne krimpscheurtjes ontstaan. Dit beïnvloed de beschermende werking niet.
Bij toepassing van Capatect ArmaReno 700 onder het maaiveld altijd een vochtwerende laag tot 50 mm boven het maaiveld.
Hechtpleister-dunne laag
Op beton (zonder sinterhuid) en plaatmaterialen de Capatect ArmaReno 700 minstens in 5 mm laagdikte aanbrengen en met een vertande spaan afstrijken of opruwen met een veger. Afbindtijd is ca. 1 dag per mm laagdikte, pas daarna de volgende laag aanbrengen.Opmerkingen
Door de speciale eigenschappen kunnen kleurverschillen en vlekvorming niet altijd worden vermeden bij minerale pleisters in kleur. Dit is geen fout in het materiaal en geen reden tot reclameren.Om kleurverschil te voorkomen moeten pleisterlagen afgewerkt worden met een egaliserend verfsysteem in de gewenste kleur.
Voor een reflectiewaarde< 20 moet sierpleister bij gevelisolatie afgewerkt worden met ten minste twee lagen solar-reflecterende gevelverf (TSR-waarde ≥ 25).
Bij massieve muren met reflectiewaarde < 30 meoten extra maatregelen worden genomen, bijv. een extra versterkende wapeningslaag over het hele oppervlak en/of een solar-reflecterende muurverf.
Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruikBevat: cement, portlandcement en chemicaliën en calciumdihydroxide.
Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.EU-grenswaarde VOS
VOS-gehalte volgens RL 2004/42/EG is < 1 g/l.Technisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dittechnisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Toelating
Z-33.41-130
Z-33.42-1739
Z-33.47-859
Z-33.43-132
Z-33.43-1667
Z-33.44-133
Z-33.46-1091
Z-33.46-1732
ETA-08/0304
ETA-10/0436
ETA-12/0383
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl