Capatect Klebe- und Dichtungsmasse 114
Oplosmiddelvrije, 2K bitumen lijm- en afdichtingsmortel.Toepassing
Flexibele, oplosmiddelvrije 2K bitumenlijm voor het verlijmen van de Capatect Perimeterdämmplaten, polystyreen- en XPS-hardschuimplaten op een bitumen ondergrond en andere draagkrachtige ondergronden.Ook toe te passen op verticale vlakken onder het maaiveld als bitumenafwerking in dikke lagen volgens DIN 18533.
Eigenschappen
- zakt niet in, consistentie als pleistermortel
- flexibel na droging en uitharder
- hoge plakkracht
- eenvoudig te verwerken
- goede plakkracht
- zeer goed watervast
- rot niet en bestand tegen veroudering
- oplosmiddelvrij
Verpakking
- combi-blik van 30 kg:
- vloeibare component A = 22 kg (bitumenemulsie)
- poedercomponent B = 8 kg (hydrailisch bindmiddel)
Kleur
ZwartOpslag
Koel, droog en vorstvrij bewaren.Tegen direct zonlicht en temperaturen > 35 °C beschermen.
In originele, gesloten verpakking 1 jaar na productiedatum houdbaar.
Soortelijke massa
Gemengd materiaal: ca. 1,20 kg/lDrogelaagdikte
1 mm droog, is 1,43 mm natBrandreactie
Klasse E volgens DIN EN 13501-1Consistentie
niet gemengd: poeder en vloeistofgemengd: pasteus
Doorgehard
ca. 2 dagen
Mengverhouding
22 gew. delen comp. A : 8 gew. delen comp. B
Regenvast
na ca. 4 uur volgens DIN EN 15816Potlife bij 20 °C
ca. 1,5 uur bij 20 °CProduct-nr.
114Voorbereiding van de ondergrond
De ondergrond moet draagkrachtig, vast, scheurvrij, schoon, droog en vrij van stoffen zijn die de hechting verminderen.De ondergrond mag mat-vochtig zijn, beslist niet nat.
Beton- en pleisterresten, zand, aarde en niet goed hechtende bitumenlagen etc. verwijderen. Voegen en oneffenheden, dieper dan 5 mm vooraf met een reparatiemortel afdichten.
Voegen van 2 tot 5 mm zijn met Capatect 114 als mortel af te dichten.
Op matig zuigende ondergronde moet, om blazen te voorkomen, een schraaplaag worden aangebracht met Capatect 114. Zuigende minerale ondergronden met Capatect 114, 1 : 1 verdund met water, voorstrijken.
Materiaalbereiding
Een langzaamdraaiend roerwerk (max. 400 omw./min.) gebruiken. De bitumenemulsie (comp. A) kort doorroeren. De poedercomponent (comp. B) aan de bitumenemulsie toevoegen en grondig mengen tot een homogene massa ontstaat. Ingemengde lucht laten ontsnappen.Bij deelmenging moet de juiste mengverhouding worden afgewogen.
Mengverhouding in gewichtsdelen: comp. A : comp. B = 22 : 8.
Voor een correcte mengverhouding bij deelmenging is het belangrijk dat comp. A vooraf wordt doorgeroerd. Pas daarna de poedercomponent toevoegen.
De verwerkingstijd van het gemengde materiaal is bij 20 °C ca. 90 minuten. Hogere temperaturen verkorten en lagere temperaturen verlengen de verwerkingstijd.
Niet meer materiaal aanmaken dan welke binnen 1,5 uur verwerkt kan worden.
Verbruik
Afdichtende voorstrijklaag:ca. 0,1-0,2 kg/m2 (1 : 1 met water verdund)
Schraaplaag:
ca. 1-2 kg/m2 (met 5 % water verdund)
W1-E Afdichting grondwater en niet drukkend water:
ca. 5,1 kg/m2 (is 4,3 mm natte laagdikte), (min. 3,0 mm droge laagdikte)
W2.1-E Afdichting van matig drukkend water:
ca. 6,8 kg/m2 (is 5,7 mm natte laagdikte), (min. 4,0 mm droge laagdikte, tweelagen met versterking)
W4-E Afdichting grondwater op basement:
≥ 5,1 kg/m2 (is 4,3 mm natte laagdikte), (min. 3,0 mm droge laagdikte)
Verlijmen van de isolatieplaat:
ca. 1,5 tot 2,5 kg/m2 bij puntverlijming. Bij andere verlijming is het verbruik hoger.
Op ruwe oppervlakken naar verhouding meer. Nauwkeurig verbruik vaststellen door een proef op het object. De laagdikte moet altijd voldoen aan de eisen volgens DIN 18553.
Verwerkingsomstandigheden
Tijdens verwerken en drogen mag de temperatuur van omgeving en ondergrond niet lager zijn dan 5 °C en niet hoger zijn dan 30 °C. Niet verwerken in de directe zon, bij sterke wind, mist en hoge relatieve luchtvochtigheid.
Aanbrengen van nieuwe lagen mag pas gebeuren na voldoende droging. De droge laagdikte beschermen tegen mechanische beschadigingen en UV-licht.
Droogtijd
De doorharding is afhankelijk van de ondergrond, temperatuur, luchtvochtigheid en laagdikte en bedraagt 1 tot 2 dagen.Lage temperaturen en een hoge luchtvochtigheid verlengen de droogtijd.
Voor het aanbrengen van de volgende laag moet de onderliggende laag voldoende doorgedrooogd zijn.
Reinigen gereedschap
Direct na gebruik met water. Na uitharding met een oplosmiddelhoudende verdunner.Verwerking
De Capatect Perimeterdämmplatten als isolatie onder het maaiveld (Perimeter) met Capatect Klebe- und Dichtungsmasse 114 op het verticale geveloppervlak lijmen.De wijze van verlijming is afhankelijk van de gewenste afdichting. De Capatect Perimeterdämmplatten moeten tegen elkaar in halfsteensverband op een egale ondergrond worden aangebracht. Kruisvoegen mogen niet voorkomen.
Bij indringing van water klasse W2.1-E volgens DIN 18533 moet de Capatect XPS-Perimeterdämmplatten over het gehele oppervlak worden verlijmd.
De toe te passen verlijming is afhankelijk van de waterindringingsklasse en de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant van de isolatieplaat. Deze voorschriften moeten in acht worden genomen.
Aanwijzing:
De toepassing van Capatect Klebe- und Dichtungsmasse 114 als lijm op basements boven het maaiveld is niet aan te bevelen. Door afwijkende laagdikten van verschillende lijmsoorten kunnen niveauverschillen onstaan.
Bouwkundige voorschriften
Voordat de Capatect Perimeterdämmplaten worden aangebracht moet zeker worden gestelt dat de ondergrond een goede vochtwering heeft.Bij de voorbereidende werkzaamheden de actuele voorschriften en eisen raadplegen.
Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.
Component A:
Bevat 2-methyl-2H-isothiazol-3-on, 1,2-benzisothiazol-3(2H)-on.
Dit product is een behandeld voorwerp volgens EU regelgeving 528/2012, deze verf bevat film- en busconservering met fungicide eigenschappen: Pyrithionzink (CAS-Nr. 13463-41-7)
Component B:
Bevat cement, portlandcement, chemicaliën, Hexacalciumhexaoxotris[sulfato(2-)]dialuminaat(12-), Dialuminiumcalciumtetraoxide.
Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.EU-grenswaarde VOS
Component B:Het VOS-aandeel van dit product is volgens de EU-richtlijn 2004/42/EG < 1 g/l.
Technisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dittechnisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl