DisboCRET 504 Feinmörtel 5 - 40 mm
Reparatiemortel voor het herstellen van betonschade.Toepassing
Het repareren van betonschade (laagdikte van 5 tot 40 mm) en het geheel pleisteren van minerale oppervlakken.Eigenschappen
- goed en eenvoudig te verwerken
- blijft goed staan, zakt niet in
- hoog rendement
- onbrandbaar volgens DIN 4102 (DIN EN 13501-1)
- laagdikte van 5 tot 40 mm, korrelgrootte tot 2 mm
- voldoet aan mortelklasse M1 conform RiLi-SIB
- voldoet aan de eisen EN 1504-3
Materiaalbasis
Cementmortel met toevoegingen.Verpakking
25 kg.Opslag
Droog, minstens 9 maanden houdbaar en 9 maanden chromaatarm.Grootste korrel
2 mmSchudgewicht (nat)
ca. 2.100 kg/m3Schudgewichteigenschappen
(gemiddelde waarde na 28 dagen)Schudgewicht: ca. 2.000 kg/m³
Drukvastheid: > 30 N/mm2
Buig/treksterkte: > 6,5 N/mm2
Afscheursterkte: > 1,5 N/mm2
Geschikte ondergronden
Beton.De afscheursterkte van de ondergrond moet gemiddeld 1,5 N/mm2 bedragen waarvan de laagste waarde niet lager mag zijn dan 1,0 N/mm2.
Voorbereiding van de ondergrond
Betonijzer met Disbocret® 502 Protec plus roestwerend voorbehandelen, conform voorschriften.Het hechtvlak van het beton insmeren met Disbocret® 502 Protec plus als ‘aanbrandlaag’. De reparatiemortel nat in nat aanbrengen.
Het beton moet draagkrachtig, schoon en vrij zijn van zijn losse betondelen en bestanddelen die de hechting verminderen. Oude verflagen, olie, vet etc. door geschikte methoden verwijderen.
Losse of murwe beton en gewapend beton die roestbevorderende stoffen bevatten
(zoals chloride), evenals op het oppervlak aanwezige andere stoffen als ontkistingsmiddelen volgens een geschikte methode verwijderen.
De kanten van de te repareren plaatsen afschuinen tot 45-60°.
De ondergrond benatten. Voor het aanbrengen van de mortel moet de ondergrond matvochtig zijn.
Gereedmaken van het materiaal
In een schone kuip de benodigde hoeveelheid water gieten.Onder grondig roeren met een geschikt roerwerk (maximaal 400 omw./min.) de benodigde hoeveelheid uit de zak langzaam toevoegen.
Minimaal 3 minuten mengen tot een klontervrije, homogene massa ontstaat.
Mengverhouding
Droge mortel | Water |
1 gew. deel | 0,12-0,15 gew. delen |
25 kg zak | 3,00-3,75 liter |
Verwerkingsmethode
Disbocret 504 Feinmörtel met een troffel of plekspaan nat-in-nat op hechtlaag goed verdicht aanbrengen.Diepe reparaties op verticale vlakken laagsgewijs repareren. Indien nodig hulpbekisting aanbrengen. Neem passende maatregelen om snel uitdrogen te voorkomen.
Verwerking met de spuit:
Disbocret 504 Feinmörtel kan volgens droogspuitmethode (zoals Aliva, Fa. Mader) en natspuitmethode (zoals InoBeam F21, fa. Inotec) aangebracht worden. De mortelconsistentie kan worden aangepast door toevoeging van een hoeveelheid water (tot max. 4 l).
Indien de mortel verspoten wordt volgens TL/TP BE-SPCC, dan de PCC Disbocret 548 SPCC-Mörtel gebruiken.
Laagdikte
Reparaties5-40 mm
Pleisterlaag
5-20 mm
Verbruik
Droge mortel ca. 1,8 kg/m2/mm laagdikte.Verwerkingstijd
Ca. 60 minuten bij 20 °C.Verwerkingsomstandigheden
Minimaal 5 °C en maximaal 35 °C voor materiaal, omgeving en ondergrond tijdens verwerking en droogfase.Reinigen gereedschap
Gereedschap direct na gebruik met water reinigen.Certificaat
Testrapporten zijn op aanvraag te verkrijgen.Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.CE-markering
CE 09: DIS-504-001148 - EN 1504-3:2005Technisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dittechnisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl