Capatect ZF-Spachtel 699
Lijm- en wapeningspleister in Capatect gevelisolatiesystemen op basis van dispersieToepassing
Capatect ZF-Spachtel 699 is klaar voor gebruik en wordt gebruikt als lijm- en pleistermortel in Capatect-isolatiesystemen. Ook toe te passen om een wapeningspleister te herstellen en als reparatiemortel op draagkrachtige ondergronden.Eigenschappen
- licht en eenvoudig te verwerken
- klaar voor gebruik, direct te gebruiken
- uitstekende hechting
- waterafstotend
- spanningsarm
- laagdikte blijft goed staan
- slag- en stootvast tot 15 Joule bij een laagdikte van 3 mm
Materiaalbasis
StyreenacrylaatVerpakking
20 kg emmer, 800 kg OneWay-containerKleur
Licht beigeOpslag
Koel en vorstvrij bewaren. Voorkom grote temperatuurverschillen. Tegen direct zonlicht beschermen. In gesloten, originele verpakking ca. 12 maanden en in OneWay-containers ca. 6 maanden houdbaar.Technische eigenschappen
De aangegeven waarden zijn een gemiddelde die door toepassing van natuurlijke grondstoffen per charge kunnen verschillen.Soortelijke massa
ρ: ca. 1,3 g/cm3Hechttreksterkte
Hechtsterkte ≥ 0,3 MPa volgens DIN EN 1542Brandreactie
Klasse B-s1, d0 volgens DIN EN 13501-1Wateropnamecoëfficiënt
Categorie W3 (laag) volgens DIN EN 15824w ≤ 0,1 kg/(m2h 1/2) volgens DIN EN 1062
Waterdampdoorlaatbaarheid (µ waarde)
Categorie V2 (gemiddeld) volgens DIN EN 15824sd ≥ 0,14 m - < 1,4 m volgens DIN EN ISO 7783
Product-nr.
699Attentie
De algemene bouw- en verwerkingsvoorschriften zijn van toepassing.De laag Capatect ZF-Spachtel 699 mag niet met minerale pleisters worden afgewerkt.
Voorbereiding van de ondergrond
Vensterbanken en andere bouwdelen zoals glas, keramiek, metselwerk, natursteen, geschilderde en geëloxeerde ondergronden afdekken.
Eventueel aanwezige oneffenheden van de polystyreenisolatieplaten moeten worden gladgeschuurd. Vuil en schuurstof verwijderen.
De ondergrond moeten draagkrachtig, glad, vast, scheurvrij, schoon, droog en vrij van stoffen zijn
die de hechting verminderen. De ondergrond moet voldoende draagkracht hebben om pluggen te
kunnen aanbrengen.
Verontreiniging, ontkistingsmiddelen, mortelresten etc. grondig verwijderen. Slecht hechtende en
bladderende verflagen en sierpleisters verwijderen. Losse delen verwijderen en holtes openhakken
en repareren.
Sterk zuigende en zanderige oppervlakken tot op de vaste ondergrond schoonmaken en met een
geschikt materiaal voorstrijken.
Maak vooraf een proefvlak op het object om de geschikheid vast te stellen.
Materiaalbereiding
Capatect ZF-Spachtel 699 is klaar voor gebruik en moet voorzichtig kort worden doorgeroerd.Indien noodzakelijk (bijv. bij warm weer) met een weinig water op de juiste dikte brengen.
Verbruik
Als lijmlaagca. 3,0 - 6,0 kg/m2
Als wapeningslaag
Ca. 1,3 kg/m2 per mm laagdikte
(is ca. 5,2 kg/m2 bij 4 mm laagdikte)
Bij ‘Verbruik’ worden gemiddelde hoeveelheden aangegeven. Verwerkingsverliezen zijn hierin niet meegenomen. Nauwkeurig verbruik vaststellen door een proef op het object.
Verwerkingsomstandigheden
Tijdens verwerken en drogen mag de temperatuur van omgeving en ondergrond niet lager dan5 °C en hoger dan 30 °C zijn.
Niet verwerken in de directe zon, bij sterke wind, mist, hoge luchtvochtigheid of bij kans op regen of nachtvorst. Bij ongunstige weersomstandigheden de nodige beschermende maatregelen treffen.
Droogtijd
Als lijmlaagAfhankelijk van de weersomstandigheden niet eerder dan na ca. 2 tot 3 dagen pluggen of verder afwerken.
Als wapeningslaag
Bij 20 °C en 65 % relatieve luchtvochtigheid is de mortel na 24 uur oppervlakkig droog.
Afhankelijk van de weersomstandigheden kan na ca. 3 dagen worden verder gewerkt.
Eerst de totale laagdikte op voldoende droging testen.
De pleister droogt fysisch, door verdamping van water. Met name in de koude jaargetijde en bij een hoge luchtvochtigheid is de droging trager.
Kan de minimum temperatuur niet worden gehaald dan is de toepassing van alternatieve producten mogelijk. Informeer bij DAW Nederland naar de mogelijkheden.
Reinigen gereedschap
Gereedschap direct na gebruik met water reinigen.Voorbeeld machineuitrusting
- Transportpomp bijv. m-tec P 25 V, Inotec InoBeam F30
Toevoerslang:
Startslang - inwendig Ø 35 mm; eindslang - inwendig Ø 25 mm
Transportafstand/-hoogte:
Maximale transportafstand 50 m; maximale transporthoogte 20 m
(afhankelijk van temperatuur en apparaat)
Spuitapparaat:
Opening spuitkop - Ø 8 - 10 mm
Spoel de toevoerslang voor aanvang door met een kalkschlämme.
Als het werk wordt onderbroken, laat de toevoerslang dan niet in direct zonlicht liggen, dek de materiaalcontainer bijvoorbeeld met folie af en houd het spuitpistool en de spuitkop onder water. Laat dit max. 30 min. staan tot verder gewerkt wordt, anders kan het materiaal in de slang hard worden.
Voordat u een pauze inlast, leegt u de materiaalcontainer zo ver mogelijk om te voorkomen dat er materiaal hard wordt. Als dit niet in acht wordt genomen, moet het materiaal mogelijk eerst weer "begaanbaar" worden gemaakt voordat de machine wordt opgestart.
De specificaties van de machinefabrikant moeten in acht worden genomen
Verlijmen van de isolatieplaat
- Handmatige of machinale verwerking is mogelijk
- Isolatieplaten in verband (min. 10 cm) en goed gesloten aanbrengen
- Stoot- en lintvoegen moeten vrij blijven van lijm
- Voegen ≤ 5 mm met speciaal (moeilijk brandbaar) voegenschuim afdichten
- Voegen > 5 mm met een gelijkwaardig isolatiemateriaal afdichten
- Op hoeken van gevels de isolatieplaten vertand aanbrengen
- De isolatieplaten uitgelijnd en loodrecht aanbrengen
- Onbehandelde minerale wol isolatieplaten bij verlijmen eerst voorspachtelen
- Beschadigde isolatieplaten mogen niet aangebracht worden
Punt-worst-methode
De lijm volgens de zogeheten ‘punt/worst’- methode (de rand en dotten in het midden) op het
aanhechtingsvlak van de isolatieplaat aanbrengen.
- Het lijmcontact met het oppervlak moet ≥ 40 %
Bij een ongelijkmatige ondergrond kan de lijm met een vertande spaan over het gehele
plaatoppervlak worden aangebracht. De isolatieplaat met lijmlaag binnen 10 minuten op de
ondergrond schuivend aanbrengen en goed aandrukken.
Minerale wol Lamellenplaten moeten ALTIJD over het gehele van lijm worden voorzien.
Machinale verlijming
De lijm machinaal in verticale worststroken op de ondegrond spuiten. De lijmstrook moet ca. 5 cm breed en in het midden minmaal 10 mm dik zijn. De afstand tussen de lijmstroken (vanuit het midden gerekend) mag niet meer zijn dan 10 cm.
De isolatieplaat direct in de nog natte lijmlaag schuivend aanbrengen en goed aandrukken.
Voorkom huidvorming van de lijmlaag.
- Polystyreen isolatieplaten - lijmcontact met het oppervlak ≥ 60 %
- Minerale wol isolatieplaat - lijmcontact met het oppervlak ≥ 50 %
Wapeningslaag
Om te zorgen voor een gelijkmatig oppervlak en om het isolatieoppervlak van minerale wol-isolatieplaten te stabiliseren, raden we aan om eerst een egalisatielaag aan te brengen voordat de wapeningslaag wordt aangebracht. Breng eerst een laag van ca. 2 mm aan, laat deze voldoende drogen voordat u de wapeningslaag aanbrengt.- Op hoeken van ramen en deren etc. Capatect Diagonalarmierung of weefselstroken (ca. 25 x 25 cm) diagonaal in de wapeningslaag aanbrengen.
- Stucstops, hoeklijsten en profielen over het gehele oppervlak in de wapeningslaag aanbrengen. Wordt Gewebe-Eckschutz toegepast dan het wapeningsweefsel tot aan de hoek aanbrengen.
- Breng de wapeningspleister aan met een roestvrijstalen spaan of machinaal. Controleer de laagdikte met een vertande spaan. De laagdikte van de wapeninglaag moet gelijkmatig zijn.
- Breng het Capatect Gewebe 650 zodanig over het gehele oppervlakaan dat deze, bij een laagdikte van 4 mm, in het bovenste derde deel ligt.
- Het wapeningsweefsel ca. 10 cm overlappend aanbrengen.
- Vervolgens nat-in-nat overpleisteren zodanig dat een volledige dekking van het wapeningsweefsel is bereikt.
Verwerking
Laagdikte:Polystyreen-isolatieplaat: 2-5 mm
Minerale wol-isolatieplaat: 3-5 mm
Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professineel gebruik.Bevat 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on, gemengd uit 5-Chloor-2-methyl-2H-isothiazol-3-on [EG Nr. 247-500-7] en 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on [EG Nr. 220-239-6] (3:1) <15 ppm.
Dit product is een behandeld voorwerp volgens EU-regelgeving 528/2012 (geen biocide-product) en bevat de volgende werkzame stof: Pyrithionzink (CAS-Nr. 13463-41-7).
Kan een allergische reactie veroorzaken.
Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.EU-grenswaarde VOS
Aandeel VOS volgens de richtlijn 2004/42/EG is < 1 % = <10 g/lTechnisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dittechnisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Toelating
Z-33.41-130Z-33.42-1739
Z-33.43-132
Z-33.44-133
Z-33.47-859
Z-33.49-1071
ETA-07/1784
ETA-08/0304
ETA-12/0383
ETA-13/0891
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl