Capadecor® VarioChips

Geschikte ondergronden

Vrijwel alle ondergronden, binnen.
De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting verminderen.

Voorbereiding van de ondergrond

Raadpleeg het Technisch Informatieblad Nr. 906 van Capadecor^® VarioColl.

Verwerkingsmethode

VarioChips spuiten met het speciale VarioChips pistool. Aansluiten op luchtcompressoren met minimaal 400 l/min luchtaanzuigcapaciteit. Druk ca. 1,8-2,0 bar. Afstand tot de wand ca. 60-80 cm. Aanbrengen tot verzadigingspunt is bereikt. De chips zijn te verspuiten met een luchtcompressor met voldoende capaciteit.

Opbouw van het systeem

VarioColl
Bij sommige dessins moet de lijm op kleur worden gebracht (zie tabel en TI nr. 906).
 
VarioChips
Controleer het chargenummers op de verpakking. Zijn deze verschillend dan moeten de chips onderling gemengd worden.
De chips uit het karton in het voorraadvat storten en met de hand losser maken. De chips gelijkmatig en verzadigd in de natte VarioColl spuiten. Capaciteit luchtcompressor ca. 400 l/min. Het verzadigingspunt is bereikt wanneer bij strijklicht geen glans meer waar te nemen is. 

Chips die bij aanbrengen niet aan de ondergrond hechten, kunnen, mits volledig schoon en onbeschadigd, opnieuw gebruikt worden.
Bijwerken kan uitsluitend uitgevoerd worden zolang de aangebrachte producten nog nat zijn: beschadigingen met schrapper of steekmes verwijderen. VarioColl gelijkmatig aanbrengen en onmiddellijk chips inblazen.
Om aanzetten te voorkomen VarioColl nat-in-nat overlappend aanbrengen of per spuitlaag telkens ca. 40-50 cm voor het einde van de lijmlaag met het spuiten van de chips stoppen.

Na goed drogen de totale oppervlakte met een kunststofspaan (behangersspaan), behangroller of veger nabehandelen om de slecht hechtende of de rechtopstaande chips te verwijderen. Bij grovere pleisterstructuren een harde borstel gebruiken. De chips die hierbij afvallen kunnen niet meer opnieuw gebruikt worden.
 
VarioFinish mat/zijdemat
Op een droge ondergrond verzadigd en gelijkmatig met een kortharige lamsvachtroller VarioFinish aanbrengen.
Raadpleeg het Technische Informatieblad Nr. 907.
 
Bijzonderheden
Enkele dessins bevatten ook Glimmerchips en moeten met VarioFinish zijdemat afgewerkt worden (zie tabel). Bij oppervlakken met strijklicht zijn rolbanen niet te voorkomen als deze met VarioFinish Seidenmatt zijn overgeschilderd. Hier adviseren wij VarioFinish Matt toe te passen.

Verbruik

Ca. 200 g/m² (400 g/m²)

Ca. 200 g/m² valt bij het spuiten op de grond, wanneer de chips niet vuil zijn kunnen deze opnieuw gebruikt worden.
Exact verbruik vaststellen door een proef op het object.

Verwerkingsomstandigheden

Minimaal 5 °C voor omgeving en ondergrond tijdens verwerking en droogfase.

Reinigen gereedschap

Direct na gebruik met water reinigen.

Opmerkingen

Op één wand uitsluitend chips met hetzelfde chargenummer gebruiken.

Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)

Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.

Voor actuele informatie raadpleeg de meest recente VeiligheidsInformatieBladen.

Afval

Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.

Technisch advies

Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dit
technisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.

Servicecentrum

DAW NEDERLAND B.V.

Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl

Kijk ook op www.dawnederland.nl