Sylitol® Finish 130
Weerbestendige buitenmuurverf op basis van silicaat.Gebruiksklare minerale buitenmuurverf met organische stabilisatoren. Toe te passen op minerale sierpleisters, natuursteen, kalkzandsteen, metselwerk en oude minerale muurverven.
Sylitol® Finish 130 is geschikt als egaliserende muurverf op Capatect Sylitol® Fassadenputz, Capatect Mineral-Leichtputz en Capatect Mineralputz in kleur.
Eigenschappen
- geschikt als kleuregaliserende muurverf
- absorberend
- bevat geen biocide
- CO2-doorlatend
- dubbel verkiezelend, kwartszand toegevoegd
- met water te verdunnen
- in vele kleuren te leveren
Materiaalbasis
Silicaat en waterglas met toevoeging van organische stabilisatorenVerpakking
- 10 liter
Kleur
Wit.
Sylitol® Finish 130 is met handmatig zelf op kleur te maken en volgens het ColorExpress-systeem op kleur te brengen naar kleuren uit de meest gangbare kleurenwaaiers. De kleurmogelijkheden zijn beperkt. Voor gebruik de kleur controleren.
De kleur vooraf controleren. Afwijkingen (bijv. in kleur) of van de gebruikelijke kwaliteit moeten direct worden gemeld.
Op grote oppervlakken steeds materiaal verwerken met hetzelfde chargenummer.
Heldere en intensieve kleuren zoals geel, oranje, rood etc. hebben matige dekkracht. Het aanbrengen van een grondlaag in ongeveer de eindkleur vanuit basis wit is aan te bevelen. Een tweede afwerklaag kan noodzakelijk zijn.
Kleurvast conform BSF nr. 26:
Klasse: B
Groep: 1
Glansgraad
Klasse G3 (mat) volgens DIN EN 1062-1Opslag
Koel maar vorstvrij bewaren.Aangebroken verpakkingen goed sluiten. Materiaal uitsluitend opslaan in emmers van kunststof.
In gesloten verpakking ca. 12 maanden houdbaar.
Technische eigenschappen
Volgens DIN EN 1062:Maximale korrelgrootte
< 100 µm, Klasse: S1Soortelijke massa
ca. 1,5 g/cm3Drogelaagdikte
100–200 µm, Klasse: E3Wateropname
(w-waarde): ≤ 0,1 [kg/(m2 · h0,5)] (laag), klasse W3Waterdampdoorlaatbaarheid (µ waarde)
(sd-waarde): < 0,14 m (hoog), klasse V1Bij materiaal op kleur kunnen de technische gegevens iets afwijken.
Aanvullende producten
Sylitol® RapidGrund 111CapaGrund Universal
Minera Universal
Toepassing conform technisch informatieblad nr. 606
Sylitol®Finish 130binnen 1 | binnen 2 | binnen 3 | buiten 1 | buiten 2 |
- | - | - | + | + |
(–) niet geschikt / (○) beperkt geschikt / (+) geschikt |
Geschikte ondergronden
De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting verminderen.Voor de voorbehandeling van de ondergrond raadpleeg het technisch informatieblad nr. 650 "Ondergronden en voorbehandelingen".
Voorbereiding van de ondergrond
Nieuwe en bestaande, goed hechtende gevelisolatie met als afwerking sierpleister op basis van silicaat, kalk (PIc), kalk-cement (PII) en Sylitol® Fassadenputz, Capatect-Mineral-Leichtputz en Capatect Mineralputz volgens DIN EN 998-1 met 1 N/mm2:
Oud pleisterwerk door geschikte methode reinigen. Bij reinigen met water onder druk moet de max. temperatur 60 °C en de druk max. 60 bar. zijn. Ondergrond voldoende laten drogen.Voor het schilderen met Sylitol® Finish 130 moet, afhankelijk van de soort ondergrond, de onderstaande voorbehandeling in acht worden genomen. Ondergronden met micro-organismen speciaal voorbehandelen.
Nieuwe minerale pleisterlagen (drukvastheid minimaal 1 N/mm2 conform DIN EN 998-1):
Nieuwe pleisterlagen zullen, afhankelijk van het jaargetijde en de temperatuur, minimaal 7 dagen bij ca. 20 °C en 65 % RLV moeten uitharden en drogen. Bij ongunstige weersomstandigheden is de wachttijd langer.
Bij oud, goede hechtend pleisterwerk het gehele oppervlak reinigen door afborstelen, waterstralen (PIc) of hogedruk reinigen met water en zand (PII en PIII), volgens plaatselijk voorschrift. Pleisterwerk met mos- en algengroei reinigen door waterstralen en behandelen met een mos- en algendodend middel.
Pleisterwerk met poederende toplaag:
Poederende toplagen, die de hechting nadelig beïnvloeden, verwijderen door fluateren met Histolith® Fluat en nawassen met water.
Pleisterwerk met sinterhuid:
Sinterhuid, te herkennen aan het zwak glanzende uiterlijk, verwijderen door fluateren met Histolith® Fluat en nawassen met water.
Reparaties
Let op dat bij het repareren van open scheuren en beschadigd pleisterwerk de sterkte van de
reparatiemortel overeenkomt met de sterkte en de structuur van het bestaande pleisterwerk.
Voor reparatiewerkzaamheden zijn vooral kant-en-klaar-mortels op basis van Tras-kalk/Tras-cement geschikt. De reparatieplekken moeten voor het aanbrengen van de verflagen goed uitgehard en droog zijn en grondig gefluateerd (tot ruim buiten de reparatieplekken) en nagewassen worden. Fluateer bij grote reparaties zowel het oude als het nieuwe pleisterwerk.
Oude minerale verflagen:
Goed hechtende verflagen droog of nat reinigen. Niet goed hechtende, verweerde minerale verflagen verwijderen door schuren, schrappen of afbijten. Het totale oppervlak goed naspoelen met water. Een voorstrijklaag aanbrengen met Sylitol® RapidGrund 111.
Niet goed hechtende dispersie verflagen:
Verflagen volledig verwijderen, bijv. door afbijten en hogedruk waterstralen, volgens plaatselijk voorschrift. Afgebeten, niet-zuigende oppervlakken voorstrijken met Minera Universal. Afgebeten, sterk zuigende oppervlakken voorstrijken met Sylitol® RapidGrund 111. Een tussenlaag met Minera Universal.
Oude, matte dispersie verflagen, goed hechtend:
Vuil en lichte verkrijting door hogedruk waterstralen of andere geschikte methoden grondig
verwijderen, volgens plaatselijk voorschrift.
Zandend pleisterwerk:
Droog afborstelen en het totale oppervlak door waterstralen reinigen volgens plaatselijke voorschriften.
Gevelisolatie afgewerkt met minerale- en silicaat sierpleister:
Vuil- en algenaangroei door waterstralen (geen hoge druk) verwijderen volgens plaatsleijk voorschrift. Niet mechanisch reinigen. Zonodig algendodend preparaat volgens voorschrift toepassen.
Kalkzandstenen metselwerk:
Alleen vorstbestendige gevelstenen zonder inwendige verontreinigingen, zoals zand- en
leemophopingen, zijn geschikt om met verf te behandelen. Het voegwerk moet zonder scheuren zijn uitgevoerd en mag geen middelen bevatten die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. Zoutuitbloeiingen droog afborstelen.
Bij poederende oppervlakken de ondergrond fluateren met Histolith® Fluat en nawassen. Aansluitingen van dak, vensters en maaiveld moeten zijn uitgevoerd volgens de richtlijnen van de kalkzandsteenindustrie.
Natuursteen:
Natuursteen moet vast, droog en vrij zijn van uitbloeiingen. Aan het oppervlak verweerde natuursteen voor het schilderen meerdere keren behandelen met Dupa Fix Grund. Vervuilde natuursteen door water-stralen reinigen. Reparaties met speciaal natuursteenreparatiemateriaal uitvoeren. De reparatie moet goed zijn uitgehard en moet worden gefluateerd. Altijd nawassen met schoon water.
Optrekkend vocht:
Door optrekkend vocht worden verflagen vroegtijdig aangetast. Een duurzaam resultaat wordt alleen bereikt door het aanbrengen van een goede waterkering. Een goede en langdurig werkende oplossing wordt ook bereikt door het aanbrengen van een speciaal pleistersysteem, bijv. uit het Histolith® Trass-Sanierputz-Programma. Ook kan bij oudere gebouwen een grindbed in het maaiveld rondom het gebouw worden aangebracht.
Verwerkingsmethode
Sylitol®Finish 130 aanbrengen met kwast, roller af spuitapparatuur.
Airlesss-spuiten:
Spuithoek: 50°; nozzle: 0,023–0,027"
Spuitdruk: 150–180 bar;
Bbij verwerking met de airless de verf goed doorroeren en zeven.
Opbouw van het systeem
Matig en gelijkmatig zuigend pleisterwerk, kalkzandstenen metselwerk en voorgestreken ondergronden:
Na de juiste voorbehandeling een voorstrijklaag aanbrengen met Sylitol® Finish 130 met max. 10 % Sylitol® RapidGrund 111 verdund.
Afwerklaag: Sylitol® Finish 130 met max. 3 % Sylitol® RapidGrund 111 verdund.
Sterk en ongelijkmatig zuigend pleisterwerk en oppervlakkig zandend pleisterwerk:
Na de juiste voorbehandeling een voorstrijklaag aanbrengen met een menging van 1-2 vol. delen Sylitol® RapidGrund 111 en 1 vol. deel water. De voorstrijklaag verzadigend aanbrengen met de borstel en goed inborstelen. Bij sterk zuigend pleisterwerk het voorstrijkk 2x nat-in-nat aanbrengen.
Een tussenlaag aanbrengen met Sylitol® Finish 130 met max. 10 % Sylitol® RapidGrund 111 verdund.
Afwerklaag: met max. 3 % Sylitol® RapidGrund 111 verdund.
Egalisatielaag (kleur):
De sierpleister minimaal 7 dagen laten drogen (afhankelijk van de weersomstandigheden).
Indien noodzakelijk Sylitol® Finish 130 met 3 % Sylitol® RapidGrund 111 verdunnen.
Wordt de egalisatielaag in de kleur van de sierpleister aangebracht dan is veelal 1 laag voldoende.
Voor het aanbrengen in een afwijkende kleur zijn 2 lagen (grond- en afwerklaag) noodzakelijk.
Verbruik
Ca. 150–250 ml/m2 per laag op een gladde ondergrond.Op een ruwe ondergrond naar verhouding meer. Nauwkeurig verbruik vaststellen door een proef op
het object.
Verwerkingsomstandigheden
Min. 8 °C en max. 30 °C voor materiaal, omgeving en ondergrond tijdens verwerking en droogfase.Droogtijd
Droogtijd tussen de lagen onderling is bij een temperatuur van 20 °C en een luchtvochtigheid van 65 % minstens 12 uur. Na 24 uur bestand tegen regen. Lagere temperaturen en hogere luchtvochtigheid verlengen de droogtijd.
Reinigen gereedschap
Direct na gebruik reinigen met water. Gereedschap bij een korte werkonderbreking in de verf of onder
water laten staan.
Opmerkingen
Kleur, met een reflectiewaarde < 20, is voor toepassing op gevelisolatie ongeschikt.
Een enkele (kleur)egaliserende verflaag geeft geen technische bescherming maar is uitsluitend om de kleur van de ondergrond te egaliseren.
Niet verwerken bij een hoge luchtvochtigheid, directe bestraling door de zon, bij regen, mist of sterke wind. Voorzichtig bij kans op nachtvorst. Steigers afdekken met zeilen. Niet geschikt zijn ondergronden met zoutuitbloeiingen, lakverflagen, kunststof en hout. Niet geschikt voor horizontale vlakken waarop water blijft staan.
Op vlakken met weing afschot moet een goede waterafvoer aanwezig zijn.
Bij donkere kleuren kan door mechanische belasting (krassen) lichte strepen, zgn. "schrijfeffect" ontstaan. Dit komt voor bij alle matte muurverven en gaat door vocht, bijv. regen, weer weg.
Bij zeer dichte, koude oppervlakken of bij een trage droging van de verflaag door
weersomstandigheden kunnen bij vochtbelasting (regen, mist, dauw) bepaalde hulpstoffen uit de verf aan het oppervlak een geel-transparant, licht glanzende en kleverige streepvorming geven. Deze afzetting van de hulpstoffen is in water oplosbaar en zal na enkele regenbuien vanzelf weer verdwijnen. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed. Moet de verflaag met deze streepvorming geschilderd worden, dan deze geheel verwijderen met water en een spons. Een extra grondlaag met CapaGrund Universal is dan noodzakelijk. Onder normale (droog) omstandigheden zal deze streepvorming niet voorkomen. Reparaties in gevelvlakken kunnen na het schilderen zichtbaar blijven.
Mengen met andere materialen
Om de specifieke eigenschappen van Sylitol® producten te behouden, niet mengen met andere verfproducten.
Voorzorgsmaatregelen
Omgeving van de te behandelen oppervlakken zorgvuldig afdekken; vooral glas, keramiek, lakwerk, straatstenen, natuursteen en metalen. Spatten onmiddellijk afspoelen met veel water. Bij sterke wind, vooral bij verwerking met roller, dekkleden aan de steiger bevestigen.
Bouwkundige voorzieningen
Uitspringende bouwdelen, zoals waterslagen, daklijsten, vensterbanken etc. moeten aan de
bovenzijde goed worden afgedicht en voldoende overstek hebben om vochtindringing en/of sterke vervuiling te voorkomen.
Zoutuitbloeiingen
Bij het schilderen van oppervlakken met zoutuitbloeiingen en/of vochtopeenhoping kan geen garantie worden gegeven voor een duurzame hechting dan wel voor het wegblijven van zoutuitbloeiingen.
Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.
Bevat 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on. Kan een allergische reactie veroorzaken.
Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.
EU-grenswaarde VOS
De grenswaarde van dit product (cat. A/c) is max. 40 g/l (2010). Dit product bevat max. 20 g/l VOS.Inhoudstoffen
Alkaliwaterglas, acrylhars-dispersie, minerale pigmenten en vulstoffen, water en additieven.Technisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dit
technisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl