ThermoSan® NQG®
Muurverf op basis van siliconenhars met het Caparol Clean Concept voor geïsoleerde gevels.Toepassing
ThermoSan® NQG® is speciaal ontwikkeld om gevelisolatiesystemen die intact zijn te schilderen.Door de optimale bouwfysische eigenschappen, zoals slagregendicht en een hoge mate van waterdampdoorlaatbaarheid, is ThermoSan® NQG® geschikt als muurverf op gevelisolatie met dispersie-, siliconenhars- en kalkcement-sierpleisters als afwerking.
De muurverf kan ook op gewone buitenmuren worden toegepast.
Eigenschappen
- vuilafstotend
- verkleurd niet
- vrijwel ongevoelig voor aangroei van micro-organisme
- CO2 doorlatend
- niet filmvormend, microporeus
Materiaalbasis
Combinatie van siliconenhars-emulsie en hybride-bindmiddel op organische en anorganische basis.Verpakking
2½ en 10 literKleur
Wit en kleur.
ThermoSan® NQG® is beperkt op kleur te maken met het ColorExpress-systeem. Kleur voor gebruik altijd controleren. ThermoSan® NQG® is met max. 20 % AmphiColor meng- en standaardkleuren zelf op kleur te maken.
Heldere en intensieve kleuren zoals geel, oranje, rood etc. hebben een matige dekkracht. Het
aanbrengen van een grondlaag in ongeveer de eindkleur vanuit basis wit is aan te bevelen. Een
tweede afwerklaag kan noodzakelijk zijn.
Kleurstabiliteit conform BFS nr. 26
Klasse: A
Groep: 1
Glansgraad
Mat, G3Opslag
Koel, maar vorstvrij bewaren.
Technische eigenschappen
Conform DIN EN 1062:Maximale korrelgrootte
< 100 µm, S1Soortelijke massa
ca. 1,5 g/cm3Drogelaagdikte
100–200 µm, E3Wateropname
(w-waarde): < 0,1 [kg/(m2 · h0,5)] (laag), W3Waterdampdoorlaatbaarheid (µ waarde)
(µd-waarde): < 0,14 m (hoog), V1Toepassing conform technisch informatieblad nr. 606
binnen 1 | binnen 2 | binnen 3 | buiten 1 | buiten 2 |
– | – | – | + | + |
(–) niet geschikt / (○) beperkt geschikt / (+) geschikt |
Geschikte ondergronden
De ondergrond moet schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting verminderen.Voor de voorbehandeling van de ondergrond raadpleeg het technisch informatieblad nr. 650 "Ondergronden en voorbehandelingen".
Voorbereiding van de ondergrond
Mos- en algenaangroei verwijderen volgens plaatselijke eisen en behandelen met een toegelaten mos- en algendodendpreparaat.Uitsluitend intacte gevelisolatiesystemen mogen geschilderd worden. Niet intacte systemen herstellen. Vraag eventueel advies aan bij de accountmanager van DAW Nederland.
Op gevelisolatiesystemen mogen geen oplosmiddelhoudende producten worden toegepast met uitzondering van Dupa Fix Grund.
De reflectiewaarde van de ThermoSan® NQG® moet > 20 zijn. Bij een reflectiewaarde < 20 de Caparolmuurverf CoolProtect met een TSR-waarde van ≥ 25 % toepassen.
Buitengevelisolatiesystemen die intact zijn afgewerkt met dispersie-, siliconenhars-, kalk- (PIc), kalkcementsierpleister(PII), minimale drukvastheid 1 N/mm2 volgens DIN EN 998-1)
Pleister volgens een geschikte methode reinigen.
Bij reinigen met stoomstralen op oude kunstharspleisters die intact zijn, is het van belang dat de temperatuur niet hoger dan 60 °C en de druk max. 60 bar. is. Na het reinigen voldoende droogtijd aanhouden.
Minerale pleisterlagen(PIc, PII en PIII), min. drukvastheid 1 N/mm2 volgens DIN EN 998-1
Nieuwe pleisterlagen voldoende laten drogen, meestal 2 weken bij 20 °C en 65 % rlv. Bij ongunstig weer een langere droogtijd aanhouden. Door voor te strijken met CapaGrund Universal verminderd het risico van kalkuitbloeiïngen.
Oud pleisterwerk
Reparaties moet afgebonden en droog zijn. Normaal zuigende pleisters direct behandelen met ThermoSan® NQG® verdund met max. 5 % water. Bij poederende, krijtende, kritische vlakken een impregeneerlaag aanbrengen met Dupa Fix Grund.
Oude silicaatverflagen
Goed hechtende lagen mechanisch of door middel van hogedruk waterstralen corform de plaatselijke voorschriften reinigen. Niet goed hechtende, verweerde verflagen geheel verwijderen door middel van schuren, borstelen, schrappen of hogedruk waterstralen. Bij nat reinigen de ondergrond voldoende laten drogen.
Een impregneerlaag aanbrengen met Dupa Fix Grund.
Vezelcementplaten (onbehandeld)
Verweerde, poederende, sterk zuigende platen impregneren met Dupa Fix Grund. Vrijstaande platen moeten aan alle kanten, dus ook aan de rugzijde en op de zaagsneden, worden behandeld.
Aan het oppervlak verdichte, matig zuigende platen voorstrijken met OptiSilan Primer.
Nieuwe, sterk alkalische vezelcementplaten moeten, om kalkuitbloeiingen te voorkomen voorgestreken worden met Disbon 481 2K-EP- Universalprimer en een tussenlaag aanbrengen met ThermoSan® NQG® verdund met 5 % water.
Vezelcementplaten met silicaatoppervlak bijvoorbeeld Glasal
Voorstrijken met Disbon 481 2K-EP-Universalprimer en een tussenlaag aanbrengen met ThermoSan® NQG® verdund met 5 % water.Oude siliconen- of dispersie-sierpleister
Goed hechtende lagen mechanisch of door waterstralen reinigen. Bij nat reinigen de ondergrond voldoende laten drogen.
Goed hechtende dispersie-, dispersie-silicaat of siliconenhars-verflagen
Vuile, krijtende dispersieverflagen reinigen door hogedruk stoomstralen volgens plaatselijke voorschriften. Ondergrond goed laten drogen.
Oude verflagen met de volgende eigenschappen:
Niet zuigend, goed hechtend, droog en draagkrachtig: zie opbouw verfsysteem
Matig zuigend: voorstrijken met CapaGrund Universal verdund tot max. 3 % met water.
Sterk zuigend: Voorstrijken met OptiSilan TiefGrund of impregneren met Dupa Fix Grund.
Oude verflagen op gevelisolatie, sterk zuigend, goed hechtend, met haarscheurtjes:
Impregneren met Dupa-Putzfestiger.
Krijtend en poederend (ook na reinigen): impregneren met Dupa Fix Grund.
Glanzende en waterafstotende verflagen:
Ondergrond mechanisch opruwen en voorstrijken met CapaGrund Universal.
Is na mechanisch opruwen nog steeds een waterafstotend effect aanwezig dan voorstrijken met Dupa-HaftGrund.
Niet goed hechtende dispersieverf- of dispersiesierpleisterlagen
Geheel verwijderen volgens een geschikte methode.
Poederende, zanderige of zuigende oppervlakken impregneren met Dupa Fix Grund. Vervolgens een ven voorstrijklaag aanbrengen met Caparol PutzGrund 610.
Bakstenen metselwerk
Alleen stenen van vorstbestendige kwaliteit en zonder inwendige verontreinigingen kunnen worden geschilderd. Het metselwerk moet vrij zijn van scheuren en zoutuitbloeiingen.
Een impregneerlaag aanbrengen met Dupa Fix Grund. Vertoont de tussenlaag een bruine verkleuringen, dan afwerken met Duparol.
Kalkzandstenen metselwerk
Alleen stenen van vorstbestendige kwaliteit en zonder inwendige verontreinigingen, zoals zand en leem, kunnen worden geschilderd. Het voegwerk moet gaaf zijn en zonder scheuren. Krijtende oppervlakken reinigen. Zoutuitbloeiingen droog afborstelen.
Een voorstrijklaag aanbrengen met OptiSilan Tiefgrund.
Oppervlakken met zoutuitbloeiingen
Zoutuitbloeiingen verwijderen door droog afborstelen. Een impregneerlaag aanbrengen met Dupa Fix Grund. Bij het schilderen van oppervlakken met zoutuitbloeiingen wordt geen garantie gegeven voor een duurzame hechting of voor het wegblijven van zoutuitbloeiingen.
Reparaties
Kleine oneffenheden in de ondergrond uitvlakken met Caparol Fassaden- feinspachtel. Gaten tot 20 mm met Histolith-Renovierspachtel repareren. De gerepareerde delen voorstrijken.
Raadpleeg de technische informatiebladen van de genoemde producten.
Verwerkingsmethode
ThermoSan® NQG® aanbrengen met met kwast of roller.Bij spuitapplicatie adviseren wij de ThermoSan® NQG® Nespri te gebruiken en deze te verspuiten met de speciale Nespri-spuitpomp.
Opbouw van het systeem
Voorstrijklaag
De voorbehandeling uitvoeren als omschreven bij "Ondergronden en voorbehandelingen".
Grond- resp. tussenlaag:
Een grond- respectievelijk tussenlaag aanbrengen met ThermoSan® NQG®,verdund met maximaal 5 % water of OptiSilan TiefGrund.
Afwerklaag:
Een dekkende afwerklaag aanbrengen met ThermoSan® NQG®, verdund met maximaal 5 % water of OptiSilan TiefGrund.
Verbruik
Ca. 150-200 ml/m2 per laag op een gladde ondergrond.Nauwkeurig verbruik vaststellen door een proef op het object.
Voor een optimale bescherming zijn twee verflagen noodzakelijk met een totaal verbruik van minimaal 400 ml/m2 met een drogelaagdikte van minimaal 200 µm. Elke verflaag extra verhoogt het verbruik met min. 200 ml/m2 en de laagdikte met ca. 100 µm.
Op een ruwe ondergrond is het verbruik naar verhouding meer.
Verwerkingsomstandigheden
Minimaal 5 °C en maximaal 30 °C voor materiaal, omgeving en ondergrond.Droogtijd
Bij 20 °C en 65 % relatieve luchtvochtigheid na 2-3 uur stofdroog en na 12 uur over te schilderen. Uitgehard en te belasten na 3 dagen.Lagere temperaturen en hogere luchtvochtigheid verlengen de droogtijd.
Reinigen gereedschap
Gereedschap na gebruik met water reinigen.Opmerkingen
Om aanzetten op grote oppervlakken te voorkomen moet voldoende personeel nat-in-nat zonder onderbreking doorwerken.Uitsluitend toepassen op intacte gevelisolatiesystemen. Zonodig het speciale Capatect renovatiesysteem toepassen. Geen oplosmiddelhoudende producten gebruiken, uitgezonderd Dupa Fix Grund. De reflectiewaarde van de verflaag op gevelisolatie moet meer dan 20 zijn.
Niet geschikt op horizontale oppervlakken waarop water blijft staan.
Bij donkere kleuren kan door mechanische belasting (krassen) lichte strepen, zgn. "schrijfeffect” ontstaan. Dit komt voor bij alle matte muurverven en gaat door vocht, bijv. regen, weer weg.
Bij gladde, koele ondergronden of bij een trage droging van de verflaag door weersomstandigheden kunnen door vochtbelasting (regen, dauw, mist) bepaalde hulpstoffen uit de verflaag naar de oppervlakte komen in de vorm van geelachtige, transparante, licht glanzende en/of kleverige strepen. Deze strepen zijn in water oplosbaar en zullen bij voldoende water, bijvoorbeeld na enkele flinke
regenbuien, vanzelf verdwijnen. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed. Moet des ondanks toch direct overgeschilderd worden dan eerst de strepen met veel water wegwassen en voorstrijken met CapaGrund Universal. Bij verwerking en droging onder normale omstandigheden komen deze strepen niet voor. Plaatselijke reparaties kunnen zichtbaar blijven.
Niet verwerken in de felle zon, bij harde wind, mist en bij kans op regen of nachtvorst.
Certificaat
Testrapporten zijn op aanvraag te verkrijgen.Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruikDit product is een behandeld voorwerp volgens EU regelgeving 528/2012, deze verf bevat film- en busconservering met fungicide eigenschappen: Isoproturon (ISO) (CAS-Nr. 34123-59-6), 2-Octyl-2H-isothiazol-3- on (CAS-Nr. 26530-20-1), Terbutryn (CAS-Nr. 886-50-0), Carbendazim (ISO) (CAS-Nr. 10605-21-7).
Bevat: 1,2- Benzisothiazol-3(2H)-on, 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on, 2-Octyl-2H-isothiazol-3-on, reactieproduct uit 5-Chloor-2-methyl-2H-isothiazol-3-on en 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on (3:1).
Kan een allergische reactie veroorzaken.
Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.
EU-grenswaarde VOS
De EU-grenswaarde van dit product (cat. A/c) is max. 40 g/l (2010). Dit product bevat max. 20 g/l VOS.Inhoudstoffen
Bevat: polyacrylaathars, hybride-bindemiddel (organo-silicaat/acrylaat), siliconenhars, polysiloxanen, titaanwit, minerale pigmenten/vulstoffen, silicaat, water, glycolether, additieven, filmbeschermers en conserveermiddel.Technisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dittechnisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl