
ThermoSan® NQG® Nespri
Hoogwaardige muurverf met Nano-kwarts-technologie voor het schilderen van gevels.
Rationeel te verwerken met het Nespri-Spuitsysteem.





Met het Nespri-spuitsysteem nevervrij te verwerken
De speciale bindmiddelcombinatie zorgt ervoor dat regenwater of dauw in zeer kleine
druppeltjes verdeeld wordt over het oppervlak. Dit resulteert in zeer snelle droging van het oppervlak, waardoor aangroei en verontreiniging er geen vat op krijgt. Gevels blijven daardoor langer schoon.
Door toepassing van een speciale combinatie van bindmiddelen ontstaat een waterafstotende maar wel dampdoorlatende verflaag die snel droog is na regen en dauwvocht
Toepassing
ThermoSan® NQG® Nespri is uitermate geschikt als muurverf op gevelisolatiesystemen, afgewerkt met een dispersie- of minerale sierpleister en behandeld of onbehandelde pleisterwerk. Ook toe te passen op massieve muren, metselwerk en diverse gevelplaten.Eigenschappen
- Nespri = nevelvrij, snel en efficiënt te verwerken
- Weinig afplakwerk
- Vuilafstotend door toepassing van Nano-kwartstechnologie (NQG)
- Kleurvast
- Voorkomt aangroei van micro-organisme
- CO2 doorlatend
- Microporeus
Materiaalbasis
Hybride-bindmiddel op organische en anorganische basis.Verpakking
- 12½ liter
Kleur
Wit.
Andere kleuren met het ColorExpress-systeem op kleur te brengen. Bij afname vanaf 100 liter in 1 kleur is levering af fabriek mogelijk. Informeer vooraf naar de levertijden.
Voor gebruik de kleur controleren. Kleurafwijkingen na aanbrengen van de muurverf worden niet meer in behandeling genomen. Op grote oppervlakken altijd materiaal van hetzelfde chargenummer verwerken.
Heldere en intensieve kleuren hebben een matige dekkracht. Het aanbrengen van een grondlaag in ongeveer de eindkleur vanuit basis wit is aan te bevelen. Een tweede afwerklaag kan noodzakelijk zijn.
Kleurstabiliteit conform BFS nr. 26
Klasse: A
Groep: 1
Glansgraad
Reflectie waarde:
Klasse G3 (mat) volgens DIN EN 1062-1
Meethoek 85°, vereist ≤ 10
Opslag
Koel en vorstvrij opslaan Grote temperatuurverschillen moeten voorkomen worden. Tegen direct
zonlicht beschermen. Aangebroken verpakking is in goed gesloten en originele verpakking minimaal 24 maanden houdbaar.
Soortelijke massa
ρ ≈ 1,5 g/cm3Grootste korrel
Klasse S1 (fijn) volgens DIN EN 1062-1
S < 100 µm volgens EN ISO 1524
Drogelaagdikte
Klasse E3 volgens DIN EN 1062-1
E = 100–200 µm volgens ISO 3233
Diffusie-equivalente luchtlaag Sd
Klasse V1 (hoog) volgens DIN EN 1062-1
μd < 0,14 m volgens EN ISO 7783-2
Wateropname
Klasse W3 (laag) volgens DIN EN 1062-1
W ≤ 0,1 kg/(m2h1/2 ) volgens DIN EN 1062-3
Aanvullende producten
CapaGrund UniversalAttentie
| binnen 1 | binnen 2 | binnen 3 | buiten 1 | buiten 2 |
| – | – | – | + | + |
| (–) niet geschikt / (○) beperkt geschikt / (+) geschikt | ||||
De aangegeven waarden zijn een gemiddelde en kunnen, door gebruik van natuurlijke grondstoffen, per charge iets afwijken. Bij materiaal in kleur zijn geringe afwijkingen mogelijk. De eigenschappen worden hierdoor niet beïnvloed
Geschikte ondergronden
- Minerale ondergronden zoals pleisterwerk vanaf CS II volgens DIN EN 998-1 (drukvastheid min. 1,5 N/ mm2), pleisterwerk vanaf PIc volgens DIN 18550, beton, metselwerk etc.
- Sierpleisters op basis van dispersie, siliconenhars, dispersie-siliconenhars en silicaat
De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen.
Bij scheuren in de ondergrond eerst de oorzaak vaststellen en afhankelijk van de soort scheur deze repareren.
Voor de voorbehandeling van de ondergrond raadpleeg het technisch informatieblad nr. 650
"Ondergronden en voorbehandelingen".
Voorbereiding van de ondergrond
De volgende informatie is als voorbeeld bedoeld. De muurverf wordt aangebracht na de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden. Maak vooraf een proefvlak om de geschiktheid te testen.
Beschermende maatregelen:
Glas, keramiek, natuursteen, lakwerk, geëloxeerde oppervlakken etc. zorgvuldig afdekken.
Verfspatten direct verwijderen.
Reinigen vervuilde oppervlakken:
Vervuilde oppervlakken schoonmaken en slechthechtende (verf)lagen d.m.v. een geschikte methode verwijderen. Na reinigen met water de ondergrond voldoende laten drogen.
Mogelijke voorbereidende werkzaamheden (niet bindend):
- droog reinigen: afborstelen, vegen
- waterstralen onder druk: max. temp. 60° C, max. druk 60 bar
- mechanisch reinigen: afbijten, schuren, schrapen etc.
De wachttijd voordat verder gewerkt kan worden is afhankelijk van de weersomstandigheden en laagdikte. Bij lage temperaturen en een hoge luchtvochtigheid is de wachttijd langer.
Nieuw mineraal pleisterwerk:
De gemiddelde wachttijd bij 20° C en 65 % RLV is minimaal 1 dag per mm laagdikte van de totale pleisterlaag, echter altijd minstens 14 dagen aanhouden om kalkuitbloeiïngen te voorkomen.
- Voorstrijken met CapaGrund Universal verminderd het risico op kalkuitbloeïing bij alkalische (minerale- en silicaathoudende) sierpleisters en kan er veelal na 7 dagen wachten verder gewerkt worden.
- Bij materiaal in kleur zijn speciale voorzieningen noodzakelijk zoals een langere droogtijd van de pleisterlaag, voorstrijken met CapaGrund Universal, steiger voldoende afdekken bij slecht weer etc.
Nieuw pasteus pleisterwerk:
De gehele laag moet volledig doorgedroogd zijn voordat verder gewerkt mag worden echter, nooit
eerder dan na 2 tot 3 dagen wachten. Een grondlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.
Oud mineraal pleisterwerk, beton en en minerale verflagen:
Ondergrond reinigen, slecht hechtende lagen verwijderen.
Gering zuigend, glad: grondlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.
Grof poreus, zuigend, gering zanderig: grondlaag aanbrengen met OptiSilan Tiefgrund
Sterk zandend: grondlaag aanbrengen OptiSilan Tiefgrund of Dupa Fix Grund.
Oude, pasteuze en matte lagen:
Ondergrond reinigen, slecht hechtende lagen verwijderen.
Gering zuigend: zie opbouw verfsysteem
Matig zuigend: grondlaag aanbrengen met Capagrund Universal, tot max. 3 % met water verdund
Sterk zuigend, krijtend en zanderig: grondlaag aanbrengen met OptiSilan TiefGrund.
Een tussenlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.
Glanzende en waterafstotende (hydrofoob) lagen:
Indien noodzakelijk de ondergrond mechanisch opruwen. Grondlaag aanbrengen met CapaGrund
Universal.
Als na het mechanisch opruwen de ondergrond nog steeds waterafstotend is dan eerst een grondlaag aanbrengen met Dupa-HaftGrund.
Pleisterwerk / beton met sinterhuid, plaatselijke reparaties:
Ondergrond reinigen, slecht hechtende lagen verwijderen. Met Histolith® Fluat behandelen en goed
naspoelen met water. Plaatselijke reparaties moeten voldoende afgebonden en droog zijn.
Beton conform DIN EN 1504-3:
Met een product uit het Disbon-leveringsprogramma behandelen.
Pleisterwerk met scheuren en beton:
De oorzaak van de scheurvorming vaststellen en daarna met geschikt materiaal repareren.
Afhankelijk van de scheurvorming schilderen met FibroSil, PermaSilan of het Cap-elast Systeem.
Oppervlakken met alg- en/of schimmelaangroei:
Vraag advies aan bij accountmanager van DAW NEDERLAND.
Oppervlakken met zoutuitbloeiingen en vocht:
Door mineraalzouten wordt de verflaag aangetast. Bij oppervlakken met zoutuitbloeiïngen en
(opsteigend)vocht kan geen duurzame hechting worden gegarandeerd.
Eventueel een product uit het Histolith® leveringsprogramma toepassen.
Vraag bij twijfel advies aan bij de accountmanager van DAW NEDERLAND.
Cellenbeton met goed hechtende verflagen:
Onbeschadigde oppervlakken reinigen. Een grondlaag met CapaGrund Universal wordt aanbevolen.
In alle andere gevallen advies vragen bij DAW NEDERLAND.
Bakstenen metselwerk:
Voor toepassing buiten zijn alleen stenen van vorstbestendige kwaliteit en zonder inwendige
verontreinigingen geschikt. Het metselwerk moet droog en gaaf zijn, zonder scheuren en mag geen
zouten bevatten. Impregneren met Dupa Fix Grund. Vertoont de tussenlaag bruine verkleuringen, dan afwerken met watervrije Duparol.
Kalkzandstenen metselwerk:
Het metselwerk moet droog en gaaf zijn, zonder scheuren en mag geen zouten bevatten. Krijtende
oppervlakken goed schoonmaken. Een voorstrijklaag aanbengen met Sylitol® RapidGrund 111.
Bij een sterk zuigende ondergrond voorstrijken met OptiSilan TiefGrund.
Vezelcementplaten (zonder asbest):
Een grondlaag aanbrengen conform Technisch Informatieblad nr. 650 "Ondergronden en
voorbehandeling". Vrijstaande platen moeten aan alle kanten, dus ook aan de rugzijden en
zaagsneden, worden behandeld.
Nieuwe, hoog alkalische platen:
Grondlaag aanbrengen met Disbon 481 2K-EP-Universalprimer om kalkuitbloeiïngen te voorkomen.
Verwerkingsmethode
Nevelvrij spuiten met Nespri-spuitapparatuur:Materiaal vooraf goed doorroeren.
- 20° dubbele nozzle 215 voor "besnijden"
- 30° dubbele nozzle 317 voor gladde ondergronden
- 30° dubbele nozzle 319 voor ruwe ondergronden
De temperatuur van het materiaal wordt door de spuitinstallatie automatisch ingesteld bij.
De druk bij een geopend spuitpistool bij Nespri-spuitapparatuur moet in het groene vlak van de meter ingesteld worden. Bij de NespriKIT-slanghaspel op eigen verantwoording de spuitdruk op de airlesspomp instellen.
Opbouw van het systeem
Om aanzetten te vermijden nat-in-nat werken zonder onderbrekingen.
Grondlaag:
Raadpleeg "Ondergronden en voorbehandelingen".
Nevelvrij spuiten met Nespri-spuitapparatuur:
Tussen- en afwerklaag:
Materiaal onverdund aanbrengen.
De nog natte verflaag met een verfroller licht narollen.
Verbruik
- ca. 250 ml/m2 per laag op een gladde ondergrond.
Op een ruw en zuigende ondergrond naar verhouding meer.
Nauwkeurig verbruik vaststellen door een proef op het object.
Voor een optimale bescherming zijn twee verflagen noodzakelijk met een totaal verbruik van minimaal 500 ml/m2 met een drogelaagdikte van minimaal 250 µm.
Elke verflaag extra verhoogt het verbruik met min. 250 ml/m2 en de laagdikte met ca. 120 µm.
Verwerkingsomstandigheden
Tijdens verwerking en droging moet de omgevings- en ondergrondtemperatuur minimaal 5 °C en max. 30 °C zijn.
Niet in de direct zonlicht, sterke wind, nevel en hoge RLV verwerken.
Bij ongunstige weersomstandigheden de noodzakelijk beschermende maatregelen treffen.
Droogtijd
De grond- en/of tussenlaag moet, voordat verder gewerkt mag worden, voldoende droog zijn. Pleisterwerk moet voldoende zijn afgebonden.
De wachttijd hangt onder andere af van de weersomstandigheden en de laagdikte. Een lagere temperatuur en een hoge luchtvochtigheid verlenden de droogtijd.
De specificaties hebben betrekking op 20 °C en 65 % relatieve vochtigheid en dienen als richtlijn.
- oppervlakkig droog na ca. 3 uur
- overschilderbaar na ca. 12 uur
- doorgehard en te belasten na ca. 3 dagen
Reinigen gereedschap
Gereedschap direct na gebruik reinigen met water. Houdt rekening met ARBO-wetgeving. en wettelijke voorschriften.
Opmerkingen
Bouwtechnische scheuren kunnen onderhevig zijn aan constante en wisselende bewegingen. Een
permanente en niet zichtbare scheuroverbrugging kan niet worden gegarandeerd met verfproducten.
Er is een verhoogd risico op aangroei van micro-organisme op geveloppervlakken die veel door vocht worden belast. Een permanente preventie kan niet worden gegarandeerd.
Bij het schilderen met een muurverf in kleur op gevelisolatie moet de reflectiewaarde > 20 zijn. Gebruik hiervoor, na voldoende drogen van de sierpleister, de solar-reflecterende buitenmuurverf CoolProtect (TRS-waarde ≥ 25). CoolProtect altijd in twee verflagen aanbrengen. Op massieve muren met een reflectiewaarde < 30 moet een extra wapeningslaag worden aangebracht over het gehele oppervlak. Bij een reflectiewaarde < 20 altijd de solar-reflecterende muurverf CoolProtect (TRS ≥ 25) toepassen.
Bij donkere kleuren kan door mechanische belasting (krassen) lichte strepen, zgn. "schrijfeffect”
ontstaan. Dit komt voor bij alle matte tot zijdematte muurverven. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed.
Bij gladde, koele ondergronden of bij een trage droging van de verflaag door weersomstandigheden kunnen door vochtbelasting (regen, dauw, mist) bepaalde hulpstoffen uit de verflaag naar de oppervlakte komen in de vorm van geelachtige, transparante, licht glanzende en/ of kleverige strepen. Deze strepen zijn in water oplosbaar en zullen bij voldoende water, bijvoorbeeld na enkele flinke regenbuien, vanzelf verdwijnen. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed. Moet des ondanks toch direct overgeschilderd worden dan eerst de strepen met veel water wegwassen en voorstrijken met CapaGrund Universal. Bij verwerking en droging onder normale omstandigheden komen deze strepen niet voor.
Plaatselijke reparaties kunnen na schilderen zichtbaar blijven.
Op horizontale oppervlakken speciale beschermende maatregelen treffen.
Vraag bij twijfel een objectgericht advies aan bij DAW NEDERLAND te Nijkerk.
Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruikBevat: 1,2-Benzisothiazol-3(2H)-on, 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on, Octhilinon (ISO), gemengd product van 5-Chloor-2-methyl-2H-isothiazol-3-on en 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on (3:1). Kan een allergische reactie veroorzaken.
Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.EU-grenswaarde VOS
De grenswaarde volgens de richtlijn 2004/42/EU voor dit product is < 1 % (< 20 g/l).
Dit product bevat 0,09 % VOS.
Technisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dittechnisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl