
Amphibolin
Dé universele, zuivere acrylaat muurverf voor de meest uiteenlopende ondergronden, zowel binnen als buiten.


Toepassing
Veelzijdig toe te passen oplosmiddelvrije buitenmuurverf. De specifieke samenstelling verminderd het z.g. schrijfeffect wat op kan treden bij donkere kleuren.Weerbestendige muurverf voor gladde en fijn gestructureerde oppervlakken met een hoge beschermende werking tegen agressieve luchtverontreiniging.
Niet geschikt voor toepassing op buitengevelisolatie-systemen.
Als binnenmuurverf zeer sterk, schrobvast en structuurbehoudend. Bijzonder geschikt voor afwerkingen waaraan hoge eisen worden gesteld ten aanzien van de belastbaarheid, zoals op Capaver-glasvezelweefsels. Dankzij de hoge lichtreflectie zeer goed toe te passen in zwak verlichte gangen, trappenhuizen, garages, opslag- en bedrijfsruimten.
Eigenschappen
- zeer goed hechtend op vele soorten ondergronden
- hoge lichtreflexie
- bestand tegen desinfectiemiddelen
- minimale emissie en oplosmiddelvrij
- regendicht en waterwerend
- geschikt voor ruimten waar conform HACCP wordt gewerkt
Materiaalbasis
100% zuivere acrylaatdispersie volgens DIN 55945 met Wet-Adhesion-Promotor voor een optimale hechting.Verpakking
1¼, 2½, 5 en 10 literKleur
WitAmphibolin is zelf op kleur te maken met AmphiColor Vollton- und Abtönfarben of CaparolColor Vollton- und Abtönfarben.
Andere kleuren volgens het ColorExpress-systeem op kleur te brengen. Bij afname vanaf 100 liter in 1 kleur is levering af fabriek mogelijk. Informeer vooraf naar de levertijden.
- Op niet zuigende ondergronden zoals hard-pvc of verzinkte oppervlakken max. 10 % AmphiColor of CaparolColor toevoegen.
Vooraf de kleur controleren. Kleurafwijkingen na aanbrengen van de muurverf worden niet meer in behandeling genomen.
Op grote oppervlakken altijd materiaal van hetzelfde chargenummer verwerken. Heldere en intensieve kleuren zoals geel, oranje, rood etc. hebben een matige dekkracht. Het aanbrengen van een grondlaag in ongeveer de eindkleur vanuit basis wit is aan te bevelen. Een tweede afwerklaag kan noodzakelijk zijn. Reparaties in gevelvlakken kunnen zichtbaar blijven
Kleurstabiliteit conform BFS nr. 26
Klasse: A
Groep: 1 tot 3, afhankelijk van de kleur
Glansgraad
Reflectiewaarde:Klasse G2 (gemiddelde glans) volgens DIN EN 1062-1
Meethoek 60°, vereist ≤ 60
Meethoek 85°, vereist > 10
Opslag
Koel, maar vorstvrij in de goed gesloten verpakking bewaren. Tegen direct zonlicht beschermen. Voorkom grote temperatuurverschillen. Aangebroken verpakking goed gesloten bewaren. In originele en goed gesloten verpakking minimaal 12 maanden houdbaar.
Soortelijke massa
ρ ≈ 1,4 g/cm3Grootste korrel
Klasse S1 volgens DIN EN 1062-1S <100 µm volgens EN ISO 1524
Drogelaagdikte
Klasse E2 volgens DIN EN 1062-1E = 50–100 µm volgens ISO 3233
Diffusie-equivalente luchtlaag µm CO2
Klasse C1 volgens DIN EN 1062-1µd CO2 > 50 m volgens EN 1062-6
Wateropname
Klasse W3 (laag) volgens DIN EN 1062-1
W ≤ 0,1 kg/(m2✱h1/2) volgens EN 1062-3
Waterdampdoorlaatbaarheid (µ waarde)
Klasse V2 (gemiddeld) volgens DIN EN 1062-1µd ≥ 0,14 - < 1,4 m volgens EN ISO 7783-2
Aanvullende producten
CapaTex Fix THIX, OptiSilan TiefGrund, CapaGrund Universal, CapaSil Primer.Attentie
De ingebouwde „Wet-Adhesion-Promotor" verhindert, zoals de laboratoriumtest op een glasplaat laat zien, zelfs bij extreme vochtbelasting het opweken van het bindmiddel waardoor de verflaag niet of nauwelijks blaasvorming of afbladderen vertoont. | |
![]() | ![]() |
Links: Gebruikelijke dispersie-buitenmuurverf, rechts: Amphibolin. De aangegeven waarden zijn een gemiddelde en kunnen door gebruik van natuurlijke grondstoffen per charge iets afwijken. Bij materiaal in kleur zijn geringe afwijkingen mogelijk. De eigenschappen worden hierdoor niet beïnvloed. |
Toepassing conform technisch informatieblad nr. 606
binnen 1 | binnen 2 | binnen 3 | buiten 1 | buiten 2 |
+ | + | + | + | + |
(–) niet geschikt / (○) beperkt geschikt / (+) geschikt |
Geschikte ondergronden
- Minerale ondergronden zoals pleisterwerk vanaf CS II volgens DIN EN 998-1 (drukvastheid min. 2,0 N/ mm2), pleisterwerk vanaf PII volgens DIN 18550
- Sierpleisters op basis van dispersie, siliconenhars, dispersie-siliconenhars en silicaat
- Beton, bakstenen metselwerk, oude verflagen, verzinkte oppervlakken, Hard-PVC, niet maatvast houtwerk
- Oppervlakken binnen zoals gipspleister, gipsplaten, behang
- Toe te passen bij gevelrenovatie
Voor de voorbehandeling van de ondergrond raadpleeg het technisch informatieblad nr. 650 "Ondergronden en voorbehandelingen".
Voorbereiding van de ondergrond
De volgende informatie is als voorbeeld bedoeld. De muurverf wordt aangebracht na de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden. Maak vooraf een proefvlak om de geschiktheid te testen.
Beschermende maatregelen:
Glas, keramiek, natuursteen, lakwerk, geëloxeerde oppervlakken etc. zorgvuldig afdekken. Verfspatten direct verwijderen.
Toepassing BUITEN:
Reinigen vervuilde oppervlakken:
Vervuilde oppervlakken schoonmaken en slechthechtende (verf)lagen d.m.v. een geschikte methode verwijderen. Na reinigen met water de ondergrond voldoende laten drogen.
Mogelijke voorbereidende werkzaamheden (niet bindend):
- droog reinigen: afborstelen, vegen
- waterstralen onder druk: max. temp. 60° C, max. druk 60 bar
- mechanisch reinigen: afbijten, schuren, schrapen etc.
Nieuw mineraal pleisterwerk:
De gemiddelde wachttijd bij 20° C en 65 % RLV is minimaal 1 dag per mm laagdikte van de totale pleisterlaag, echter altijd minstens 14 dagen aanhouden om kalkuitbloeiïngen te voorkomen.
- Voorstrijken met CapaGrund Universal verminderd het risico op kalkuitbloeïing bij alkalische (minerale- en silicaathoudende) sierpleisters en kan er veelal na 7 dagen wachten verder gewerkt worden. Als alternatief kan mineraal pleisterwerk met Sylitol® Finish 130 worden behandeld.
- Bij materiaal in kleur zijn speciale voorzieningen noodzakelijk zoals een langere droogtijd van de pleisterlaag, voorstrijken met CapaGrund Universal, steiger voldoende afdekken bij slecht weer etc.
Nieuw pasteus pleisterwerk:
De gehele laag moet volledig doorgedroogd zijn voordat verder gewerkt mag worden echter, nooit eerder dan 2 tot 3 dagen wachten. Een grondlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.
Oud mineraal pleisterwerk, beton en en minerale verflagen:
Ondergrond reinigen, slecht hechtende lagen verwijderen.
Gering zuigend, glad: grondlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.
Grof poreus, zuigend, gering zanderig: grondlaag aanbrengen met OptiSilan Tiefgrund
Sterk zandend: grondlaag aanbrengen OptiSilan Tiefgrund of Dupa Fix Grund
Oude, pasteuze en matte lagen,:
Ondergrond reinigen, slecht hechtende lagen verwijderen.
Gering zuigend: zie opbouw verfsysteem
Matig zuigend: grondlaag aanbrengen met Capagrund Universal, tot max. 3 % met water verdund
Sterk zuigend, krijtend en zanderig: grondlaag aanbrengen met Dupa Fix Grund.
Een tussenlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.
Glanzende en waterafstotende (hydrofoob) lagen:
Indien noodzakelijk de ondergrond mechanisch opruwen. Grondlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.
Als na het mechanisch opruwen de ondergrond nog steeds waterafstotend is dan eerst een grondlaag aanbrengen met Dupa-HaftGrund.
Pleisterwerk / beton met sinterhuid, plaatselijke reparaties:
Ondergrond reinigen, slecht hechtende lagen verwijderen. Met Histolith® Fluat behandelen en goed naspoelen met water. Plaatselijke reparaties moeten voldoende afgebonden en droog zijn.
Beton conform DIN EN 1504-3:
Met een product uit het Disbon-leveringsprogramma behandelen.
Pleisterwerk en beton met scheuren:
De oorzaak van de scheurvorming vaststellen en daarna met geschikt materiaal repareren. Afhankelijk van de scheurvorming schilderen met FibroSil, PermaSilan of het Cap-elast Systeem.
Oppervlakken met alg- en/of schimmelaangroei:
Vraag advies aan bij accountmanager van DAW NEDERLAND.
Oppervlakken met zoutuitbloeiingen en vocht:
Door mineraalzouten wordt de verflaag aangetast. Bij oppervlakken met zoutuitbloeiïngen en (opsteigend)vocht kan geen duurzame hechting worden gegarandeerd. Eventueel een product uit het Histolith® leveringsprogramma toepassen. Vraag bij twijfel advies aan bij de accountmanager van DAW NEDERLAND.
Cellenbeton met goed hechtende verflagen:
Onbeschadigde oppervlakken reinigen. Een grondlaag met CapaGrund Universal wordt aanbevolen. In alle andere gevallen advies vragen bij DAW NEDERLAND.Bakstenen metselwerk:
Voor toepassing buiten zijn alleen stenen van vorstbestendige kwaliteit en zonder inwendige verontreinigingen geschikt. Het metselwerk moet droog en gaaf zijn, zonder scheuren en mag geen zouten bevatten. Impregneren met Dupa Fix Grund. Vertoont de tussenlaag bruine verkleuringen, dan afwerken met watervrije Duparol.
Kalkzandstenen metselwerk:
Alleen vorstbestendige gevelstenen zonder inwendige verontreinigingen, zoals zand- en leemophopingen, zijn geschikt om met verf te behandelen. Het voegwerk moet zonder scheuren zijn uitgevoerd en mag geen middelen bevatten die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. Zoutuitbloeiingen droog afborstelen. Een grondlaag aanbrengen met OptiSilan TiefGrund.
Vezelcementplaten (zonder asbest):
Een grondlaag aanbrengen conform Technisch Informatieblad nr. 650 "Ondergronden en voorbehandeling". Vrijstaande platen moeten aan alle kanten, dus ook aan de rugzijden en zaagsneden, worden behandeld.
Nieuwe, hoog alkalische platen: Grondlaag aanbrengen met Disbon 481 2K-EP-Universalprimer om kalkuitbloeiïngen te voorkomen.
Goed hechtende elastische verflagen, bijv. Cap-elast:
Ondergrond reinigen, slecht hechtende lagen verwijderen.
Bij het behandelen van deze ondergrond moet Amphibolin in wit of met een reflectiewaarde van > 60 worden uitgevoerd.
Niet maatvast houtwerk, onbehandeld:
Het oppervlak in de richting van de houtnerf schuren, scherpe kanten afronden, harsuitbloedingen en harswellen verwijderen. Vet tropisch hout met nitroverdunner ontvetten. Verweerd hout tot op het gezonde hout verwijderen. Het vochtpercentage bij loofhout mag maximaal 12 % en bij naaldhout 15 % bedragen. Een eerste laag aanbrengen met Capacryl Holz SchutzGrund. Bij hout met verkleurende inhoudsstoffen tussenlaag aanbrengen met Capacryl Holz-IsoGrund.
Verzinkte oppervlakken:
Het zinkoppervlak reinigen met ammonia en Scotch Brite-spons. Met schoon water naspoelen. Een grondlaag aanbrengen met Amphibolin, verdund met maximaal 5 % water. Bij gekleurde afwerklagen op verzinkte vlakken kunnen door vocht witte uitbloeiingen ontstaan. Deze na drogen wegvegen en het oppervlak met nog een laag Amphibolin behandelen. Maak vooraf een proefvlak op het object om de hechting te testen.
Hard-PVC:
Het oppervlak reinigen en schuren. Een grondlaag aan brengen met Amphibolin, verdund met maximaal 5 % water. Maak vooraf een proefvlak op het object om de hechting te testen.
Coil-coating
Het oppervlak reinigen met ammonia. Een grondlaag aanbrengen met Disbon 481 2K-EP-Universalprimer.
Attentie:
Siliconenhoudende Coil-coatings kunnen niet geschilderd worden.
Maak vooraf een proefvlak op het object om de hechting te testen.
Toepassing BINNEN
Mineraal pleisterwerk conform DIN EN 998-1 Klasse CS II - CS IV / drukvastheid min. 2 N/mm2:
Draagkrachtige, normaal zuigende pleisterlagen zonder voorbehandeling schilderen.
Licht zandende of zuigende pleisterlagen voorstrijken met CapaTex Fix THIX.
Sterk zandend pleisterwerk voorstrijken met OptiSilan TiefGrund.
Gipspleisters conform DIN EN 13279 - 1 / drukvastheid min. 2 N/mm2:
Voorstrijken met CapaSil Primer. Eventueel op gipspleister aanwezige sinterhuid en scharen afschuren. Het oppervlak stofvrij maken en impregneren met CapaTex Fix THIX, zonodig tot max. 20 % met water verdund.
Gipsbouwplaten:
Zuigende platen voorstrijken met OptiSilan TiefGrund of CapaTex Fix THIX.
Gispakartonplaten:
Eventueel aanwezige scharen afslijpen. Het oppervlak stofvrij maken. Zachte gipsreparaties impregneren met CapaTex Fix THIX, zonodig tot max. 20 % met water verdund. Totale ondergrond voorstrijken met CapaSil Primer of CapaTex Fix THIX.
Sterk zuigende platen voorstrijken met OptiSilan TiefGrund.
Platen met in water oplosbare bestanddelen die verkleuren voorstrijken met CapaWood Aqua Isolation.
Kalkzandstenen metselwerk:
Eventueel aanwezige zoutuitbloeiïngen droog afborstelen. Een voorstrijklaag aanbrengen met CapaTex Fix THIX. Bij een sterk zuigende ondergrond voorstrijken met OptiSialn TiefGund.Beton:
Eventuele resten van ontkistingsmiddelen verwijderen. Vuil en stof verwijderen. Een voorstrijklaag aanbrengen met CapaTex Fix THIX.
Goed hechtende verflagen:
Matte, matig zuigende oppervlakken zonder voorstrijken schilderen.
Glanzende oppervlakken en laklagen opruwen, reinigen en voorstrijken met CapaSil Primer.
Niet goed hechtende verflagen:
Niet goed hechtende lak-, dispersieverf- of kunstharssierpleisterlagen geheel verwijderen. Op zwak zuigende, gladde oppervlakken een voorstrijklaag aanbrengen met CapaSil Primer. Op zuigende, zanderige of poreuze oppervlakken een voorstrijklaag aanbrengen met CapaTex Fix THIX. Niet goed hechtende minerale verflagen mechanisch verwijderen, het oppervlak stofvrij maken en impregneren met CapaTex Fix THIX, zonodig tot max. 20 % met water verdund.
Lijmverflagen:
Lijmverflagen volledig wegwassen. Voorstrijken met CapaTex Fix THIX.
Ongeschilderd rauhfaser-, reliëf- of ander behang van papier of glasvezel:
Zonder voorbehandeling schilderen.
Niet goed hechtend behang:
Behang en eventuele lijmresten geheel verwijderen.
Oppervlakken met schimmel:
Vraag advies aan bij DAW NEDERLAND te Nijkerk.
Oppervlakken met nicotine, water, roet of vet:
Oppervlak reinigen met water waaraan een gebruikelijk schoonmaakmiddel is toegevoegd. Voorstrijken met CapaWood Aqua Isolation. Sterk vervuilde oppervlakken schilderen met IsoDeck of IsoDeck Ultra.
Hout en houtachtige oppervlakken:
Ondergrond schilderen met de waterverdunbare Capacryl Aqua producten. Raadpleeg de desbetreffende informatiebladen.
Acrylaat voegkit:
Niet behandelde of verse kit goed laten doordrogen (min. ca. 7 dagen) en voorstrijken met Capacryl Aqua UniPrimer.
Kleine beschadigingen:
Na de vereiste voorbehandeling kleine beschadigingen repareren met Caparol Akkordspachtel of volgens verwerkingsvoorschrift en, indien nodig, nogmaals voorstrijken.
Let op!
Bij dunne (< 0,5 mm), hydraulisch drogende en gipshoudende pleisterlagen met een egaliteitsklasse Q2 en Q3 adviseren wij een waterverdunbaar en transparant voorstrijkmiddel toe te passen.
Als alternatief voor de gipspleister (Q3) kan een pasteus, kant en klaar pleistermateriaal worden gebruikt
Verwerkingsmethode
Kwast of verfroller:Materiaal vooraf goed doorroeren.
Neem vooraf de nodige wettelijke- en milieumaatregelen om veilig en verantwoord te kunnen spuiten.
Airless-spuitapparatuur Materiaal vooraf goed doorroeren en zeven | |
Spuitdruk | 150 - 180 bar |
Spuitopening in Inch | 0,017" - 0,021" |
Spuithoek1 | 50° |
Insteekfilter spuitpistool in MW | ca. 0,031 mm |
1 Spuithoek en nozzle zodanig kiezen dat een mooi spuitpatroon ontstaat zonder verdikte randen. Nevelvrij spuiten kan niet worden gegarandeerd. | |
Nevelvrij spuiten met Nespri-spuitapparatuur Materiaal vooraf goed doorroeren en zeven | |
Dubbele spuitopening | 0,016" - 0,019" |
De temperatuur van het materiaal wordt automatisch geregeld. De spuitdruk (bij geopend pistool) bij NespriPRO ligt in het groen. Bij gebruik van de NespriKIT-slangenhaspel moet de spuitdruk zelf worden ingesteld. |
Opbouw van het systeem
Om aanzetten te vermijden nat-in-nat werken zonder onderbrekingen.
Grondlaag: Raadpleeg "Ondergronden en voorbehandelingen".
Verwerkingsmethode met kwast of verfroller
Tussenlaag: verdund met max. 5 % met water verdund
Afwerklaag: onverdund of verdund met max. 5 % met water verdund
Airless-spuitapparatuur
Tussen- en afwerklaag: met max. 5 % met water verdund.
Een licht narollen van de nog natte verflaag geeft een mooier eindresultaat.
Nespri-spuitapparatuur
Tussen- en afwerklaag: met max. 5 % met water verdund.
De nog natte verflaag licht narollen.
Verbruik
- ca. 200 ml/m2 per laag op een gladde, gelijkmatig zuigende ondergrond. Op ruwe oppervlakken naar verhouding meer. Nauwkeurig verbruik vaststellen door een proef op het object..
Verwerkingsomstandigheden
Tijdens verwerking en droogfase moet de temperatuur tussen 5 °C en 30 °C voor omgeving en ondergrond liggen. Niet in directe zon, bij sterke wind, mist of bij een hoge luchtvochtigheid verwerken.Bij slechte weersomstandigheden de noodzakelijke beschermende maatregelen treffen.
Droogtijd
De grond- en/of tussenlaag moet, voordat verder gewerkt mag worden, voldoende droog zijn.De wachttijd hangt onder andere af van de weersomstandigheden en de laagdikte. De specificaties hebben betrekking op 20 °C en 65 % relatieve vochtigheid en dienen als richtlijn. Koele en vochtige omstandigheden vertragen het droogproces.
- oppervlakkig droog na ca. 3 uur
- over te schilderen na ca. 12 uur
- doorgehard en te belasten na ca. 3 dagen
Reinigen gereedschap
Gereedschap direct na gebruik reinigen met water. Houdt rekening met ARBO-wetgeving en wettelijke voorschriften.
Opmerkingen
Bouwtechnische scheuren kunnen onderhevig zijn aan constante en wisselende bewegingen. Een permanente en niet zichtbare scheuroverbrugging kan niet worden gegarandeerd met verfproducten.
Er is een verhoogd risico op aangroei van micro-organisme op geveloppervlakken die veel door vocht worden belast. Een permanente preventie kan niet worden gegarandeerd.
Bij het schilderen met een muurverf in kleur op gevelisolatie moet de reflectiewaarde > 20 zijn. Gebruik hiervoor, na voldoende drogen van de sierpleister, de solar-reflecterende buitenmuurverf CoolProtect (TRS-waarde ≥ 25). CoolProtect altijd in twee verflagen aanbrengen. Op massieve muren met een reflectiewaarde < 30 moet een extra wapeningslaag worden aangebracht over het gehele oppervlak. Bij een reflectiewaarde < 20 altijd de solar-reflecterende muurverf CoolProtect (TRS ≥ 25) toepassen.
Bij donkere kleuren kan door mechanische belasting (krassen) lichte strepen, zgn. "schrijfeffect” ontstaan. Dit komt voor bij alle matte tot zijdematte muurverven. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed.
Bij gladde, koele ondergronden of bij een trage droging van de verflaag door weersomstandigheden kunnen door vochtbelasting (regen, dauw, mist) bepaalde hulpstoffen uit de verflaag naar de oppervlakte komen in de vorm van geelachtige, transparante, licht glanzende en/ of kleverige strepen. Deze strepen zijn in water oplosbaar en zullen bij voldoende water, bijvoorbeeld na enkele flinke regenbuien, vanzelf verdwijnen. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed. Moet des ondanks toch direct overgeschilderd worden dan eerst de strepen met veel water wegwassen en voorstrijken met CapaGrund Universal. Bij verwerking en droging onder normale omstandigheden komen deze strepen niet voor.
Plaatselijke reparaties kunnen na schilderen zichtbaar blijven.
Op horizontale oppervlakken speciale beschermende maatregelen treffen.
Vraag bij twijfel een objectgericht advies aan bij DAW NEDERLAND te Nijkerk.
Certificaat
Testrapporten zijn op aanvraag te verkrijgen.Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.
Bevat: 1,2-Benzisothiazol-3(2H)-on, 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on, gemengd product van 5-Chlor-2-methyl-2H-isothiazol-3-on en 2-Methyl-2H-isothiazol-3-on (3:1)
Kan een allergische huidreactie veroorzaken.
Voor actuele informatie raadpleeg het meest recente VeiligheidsInformatieBlad.
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.EU-grenswaarde VOS
De grenswaarde volgens de richtlijn 2004/42/EU voor dit product is < 0,1 % (< 1 g/l). Dit product bevat 0,09 % VOS.Technisch advies
Alle in de praktijk voorkomende ondergronden en de behandeling daarvan kunnen niet in dit
technisch informatieblad worden opgenomen. Moeten ondergronden behandeld worden die niet in
deze TI worden vermeld, vraag dan een objectgericht advies aan. Wij adviseren u graag.
Servicecentrum
DAW NEDERLAND B.V.Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawnederland.nl
Kijk ook op www.dawnederland.nl